
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de
registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van
uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen.
© Copyright 2016 by Conrad Electronic SE.
V2_0116_01/SM
a) Opstelling
• Plaats de antenne op een vlakke ondergrond.
• Na de ingebruikname kan het zijn dat u de stand of de uitlijning van de antenne nog moet wijzi-
gen, om de ontvangst zo goed mogelijk te krijgen.
b) Wandmontage
• Zoek een geschikte montageplaats waar de ontvangst goed is. Probeer eerst of u goede ont-
vangst hebt voordat u bevestigingsgaten gaat boren.
• Teken de boorgaten op het montageoppervlak.(gatafstand: 136 mm). Gebruik een waterpas, om
de gaten horizontaal uit te lijnen.
• Boor de bevestigingsgaten en gebruik pluggen die geschikt zijn voor de betreffende wand.
• Draai twee schroeven in de pluggen resp. in het montageoppervlak en laat de schroefkoppen
ca. 3 mm uit het bevestigingsoppervlak steken.
• Hang de antenne met de ophangconstructie aan de bodemplaat aan de beide schroeven.
Aansluiten
De antenne kan op 12 V-gelijkspanning (bijv. in caravans of in vakantiehuisjes) of op 230 V-netspan-
ning worden gebruikt.
De antennekabel van de antenne mag alleen op antenne-ingangen van geschikte ont-
vangstapparaten aangesloten worden.
Als spanningsbron mag alleen een stopcontact van het openbare lichtnet of (bij ge-
bruik van de 12 V-laagspanningsbus) een spanningsbron met 12 V-gelijkspanningsuit-
gang worden gebruikt.
De antenne mag niet tegelijkertijd met 12 V en met netspanning worden gevoed. U
mag uitsluitend één voedingsspanning aansluiten. Als u het apparaat tegelijkertijd
met 12 V en netspanning voedt, kan het beschadigd worden.
Wees voorzichtig bij het hanteren van netsnoeren en netaansluitingen. Netspanning
kan levensgevaarlijke elektrische schokken veroorzaken.
Zorg ervoor dat de aangegeven spanning op de antenne overeenkomt met de netspan-
ning van uw stroomvoorziening. U mag nooit proberen om de antenne met een andere
netspanning te gebruiken.
Zorg bij het aansluiten dat de aansluitkabels niet worden afgekneld of door scherpe
randen worden beschadigd.
Het stopcontact waarop de antenne wordt aangesloten, moet zich in de nabijheid van
het apparaat bevinden en gemakkelijk bereikbaar zijn, zodat het apparaat in geval van
storingen snel en zonder gevaren van de netspanningsvoeding kan worden geschei-
den.
• Steek de aansluitkabel (7) van de antenne in de bijbehorende antenneaansluiting van uw tv-,
DVB-T- of radio-ontvangstapparaat (coaxingang 75 Ohm). Indien de antenne op een radio wordt
aangesloten, is een bijbehorende coaxadapter nodig (niet bij levering inbegrepen).
• Via de aansluitbus voor een externe antenne (6) kan een extern antennesignaal worden inge-
voerd (bijv. voor kabel- of satellietontvangst).
•
Voeding via netspanning
Steek de netstekker van het netsnoer (4) in een stopcontact (230 V/50 Hz).
•
Voeding via 12 V
Steek in de 12 V-laagspanningsbus (5) een overeenkomende aansluitstekker (5 mm buitencon-
tact / 2,1 mm binnencontact). Houd rekening met de juiste polariteit (binnencontact plus, buiten-
contact min). Anders kan het apparaat beschadigd worden. De 12 V-voeding moet minimaal 100
mA stroom kunnen leveren om de antenne van voeding te voorzien.
Ingebruikname en bediening
• Schakel de antenne in. Draai hiervoor de aan-/uitschakelaar/versterkingsregelaar (1) aan de
voorkant van de antenne met de wijzers van de klok mee tot u een klik hoort. De voortgangsindi-
cator (8) brandt. Draai de aan-/uitschakelaar/versterkingsregelaar (1) verder tot in de middelste
stand.
• Trek de beide VHF/FM-telescoopantennes (3) geheel uit. Richt nu de VHF/FM -telescoopanten-
nes (3) en de ovale UHF-antenne (2) zo uit, dat de beste ontvangst wordt bereikt.
• Met de aan-/uitschakelaar/versterkingsregelaar (1) stelt u ook de versterking van de antenne in.
Draai de regelaar met de klok mee om de best mogelijke ontvangst te bereiken.
• Let op dat bij een te hoog ingestelde versterking de ontvangst slechter kan zijn. Het ont-
vangstapparaat wordt hierbij overbelast. Stel in dit geval de versterking lager in door de aan-/
uitschakelaar/versterkingsregelaar (1) tegen de wijzers van de klok in te draaien.
• Indien u ondanks diverse versterkingsinstellingen geen optimale ontvangst kunt krijgen, kunt u
de positie of uitlijning van de antenne veranderen en zo proberen de ontvangst te verbeteren.
• Om het apparaat uit te schakelen, draait u de aan-/uitschakelaar/versterkingsregelaar (1) tegen
de wijzers van de klok in tot u een klik hoort. De aanduiding bedrijfsstatus (8) gaat uit.
Externe antenne
• Indien een externe antenne is aangesloten (aansluitbus (6)), dan wordt dit signaal alleen op de
antenne-uitgang (7) overgebracht wanneer de aan/uitschakelaar/versterkingsregelaar (1) op de
minimumstand wordt gedraaid.
• De minimumstand wordt door het linksom draaien van de aan/uitschakelaar/versterkingsrege-
laar (1) kort voor de uitschakelklik bereikt.
Handhaving
• Gebruik de antenne nooit als de behuizing beschadigd is of als er afdekkingen ontbreken.
• Gebruik de antenne nooit direct nadat deze van een koude ruimte naar een warme ruimte is
overgebracht. Het condenswater dat daarbij ontstaat kan het product onder bepaalde omstan-
digheden onherstelbaar beschadigen. Laat het op kamertemperatuur komen. Wacht totdat het
condenswater is verdampt.
• Trek nooit aan het netsnoer om de netstekker uit het stopcontact te verwijderen, pak de netstek-
ker beet bij de daarvoor bestemde greepvlakken om deze uit het stopcontact te verwijderen.
• Haal de netstekker uit het stopcontact als u het product niet gebruikt.
• Haal omwille van de veiligheid bij onweer de netstekker altijd uit het stopcontact.
Onderhoud en service
Voordat u het product schoonmaakt, koppelt u het los van de voeding (haal de netstek-
ker resp. de gelijkspanningsvoeding uit het stopcontact!).
Voorkom in ieder geval het binnendringen van vocht of vloeistof in het apparaat.
De antenne is onderhoudsvrij. Open de behuizing dus nooit. Door het openen vervalt uw recht op
garantie.
Controleer regelmatig de technische veiligheid van het apparaat op beschadigingen. Als het appa-
raat beschadigd is, moet u het buiten werking stellen en onopzettelijk gebruik voorkomen.
Reinig de buitenkant van de behuizing slechts met een zachte en droge doek of kwast. U mag in
geen geval agressieve reinigingsproducten of chemische oplosmiddelen gebruiken, omdat hier-
door de behuizing aangetast kan worden.
Verwijdering
Elektronische apparaten bevatten herbruikbare materialen en mogen niet bij het huis-
houdelijk afval!
Voer het product aan het einde van zijn levensduur conform de geldende wettelijke
bepalingen af.
Technische gegevens
Bedrijfsspanning ..........................................230 V/50 Hz of 12 V/DC
Vermogensgebruik .......................................2,3 W, bij gebruik via het net
Opgenomen stroom .....................................100 mA bij 12 V-gelijkspanningsbedrijf
Ontvangstbereik ...........................................40 - 862 MHz
Versterking ....................................................max. 20 dB
Aansluitimpedantie ......................................75 Ohm
Uitgangssignaal............................................100 dBµV (max.)