226
f) Instellingen van het mobiel deel
u
Wekfuncties
• Uitgaand van de stand-bymodus drukt u kort op de linker functieknop (1).
• Kies met knoppen „
“ (2) of „
“ (12) het submenu voor de instellingen van het mobiel deel
(„Handset“) en druk ter bevestiging nogmaals kort op de linker functieknop (1).
• Kies met knoppen „
“ (2) of „
“ (12) het submenu voor de wekfunctie/het alarm en druk ter bevesti-
ging nogmaals kort op de linker functieknop (1).
• Schakel met knoppen „
“ (2) of „
“ (12) de wekfuncties in en druk ter bevestiging nogmaals kort op
de linker functieknop (1).
• Wanneer u de wekfuncties hebt ingeschakeld, voert u de gewenste wektijd met de cijfertoetsen in (24h-
formaat).
Met knoppen „
“ (2) of „
“ (12) kunt u van invoerplaats (knippert) wijzigen om vb. een cor-
rectie uit te voeren.
• Druk ter bevestiging kort op de linker functieknop (1).
• Schakel met knoppen „
“ (2) of „
“ (12) de sluimerfunctie (snooze) in of uit.
• Druk ter bevestiging kort op de linker functieknop (1) en dan wordt het submenu voor de wekfunctie/het
alarm verlaten.
Op de ingestelde wektijd wordt een alarmtoon weergegeven. Beëindig deze met een druk op een
willekuerige knop van het mobiel deel. De wekfunctie begint de volgende dag opnieuw.
Als de sluimerfunctie (snooze) wordt geactiveerd, kunt u de alarmtoon gedurende ca. 11 minuten
onderbreken wanneer u op een willekeurige knop drukt (behalve knop „
“ (10)). De alarmtoon
weerklinkt vervolgens opnieuw.
Beëindig de sluimerfunctie en zo ook de alarmtoon met de knop „
“ (10).
