211
j) Nummerherhaling/oproepnummergeheugen gebruiken
Het mobiel deel moet zich in de stand-bymodus bevinden. Het mag dus niet uitgeschakeld zijn of
zich in een menu bevinden.
u
Laatstgekozen oproepnummer weergeven en selecteren
• Druk kort op knop „
“ (11) of de rechter functieknop (9). Het laatstgekozen nummer verschijnt op het
scherm.
Met knop „
“ (10) of de rechter functieknop kan de functie van de nummerherhaling worden geannu-
leerd.
Als er geen oproepnummer beschikbaar is (vb. bij de eerste ingebruikname) verschijnt er een
overeenkomstig bericht op het scherm.
• Druk kort op knop „
“ (3) en het weergegeven oproepnummer wordt gekozen.
u
Oproepnummergeheugen van de nummerherhaling gebruiken
Het mobiel deel slaat de 10 laatstgekozen oproepnummers op die u hebt gekozen. Als er zich reeds 10 opro-
epnummers in het geheugen bevinden, wordt telkens het „oudste“ oproepnummer overschreven.
Om een oproepnummer weer te geven en te kiezen, gaat u te werk als volgt:
• Druk kort op knop „
“ (11) of de rechter functieknop (9). Het laatstgekozen nummer verschijnt op het
scherm.
Met knop „
“ (10) of de rechter functieknop kan de functie van de nummerherhaling worden geannu-
leerd.
Als er geen oproepnummer beschikbaar is (vb. bij de eerste ingebruikname) verschijnt er een
overeenkomstig bericht op het scherm.
• Met knoppen „
“ (2) en „
“ (12) kunt u de aanwezige oproepnummers weergeven. Op het einde van
de weergavelijst geeft het mobiel deel een geluidssignaal weer.
• Druk kort op knop „
“ (3) en het huidig weergegeven oproepnummer wordt gekozen.
