76
n) Montage van de motor
In deze gebruiksaanwijzing wordt de inbouw van een elek-
trische motor getoond en dit dient als illustratie.
De benodigde accessoires zijn niet in de bouwset inbe-
grepen en moeten afzonderlijk worden besteld.
Aanwijzingen m.b.t. de aanbevolen motorafmetingen vindt
u in het hoofdstuk “Technische gegevens” op het einde
van deze gebruiksaanwijzing.
Het model is ook geschikt voor een 2-taktverbrandings-
motor met een cilinderinhoud van 6,5 - 8,5 ccm, resp. een
4-taktverbrandingsmotor met een cilinderinhoud van 10 -
15 ccm. De inbouw van een verbrandingsmotor is in deze
gebruiksaanwijzing niet getoond en moet na eigen meten
gebeuren.
Als een verbrandingsmotor wordt ingebouwd, raden wij u
aan om na een succesvolle motormontage de gehele
motorruimte met een dunne laag 30-minuten epoxyhars
tegen het indringen van brandstof en olie te verzegelen.
Monteer de motor aan de motorkegel, zoals getoond in afbeelding 11a.
Om later de neerwaartse en zijdelingse motorneiging en de afstand van de spinnerrugplaat tot
de motorkap nauwkeurig te kunnen instellen, raden wij het plaatsen van volgringen aan of het
gebruik van instelbare motorhouders, resp. draadstangen (afbeelding 11, pos. 1).
Aan de rugzijde moeten hiervoor inslagmoeren worden gebruikt (afbeelding 11, pos. 2).
Aangezien de neerwaartse en zijdelingse motorneiging afhankelijk zijn van het
vermogensspectrum van de gebruikte motor en van de gebruikte propeller kan er in deze
gebruiksaanwijzing geen concrete aanwijzing m.b.t. de nodige instellingen worden gegeven.
De voor het model optimale waarden moeten vanuit de basisinstelling (1,5° neerwaartse, 2,5°
zijdelingse motorneiging) worden ingevlogen. Neem hiervoor afbeelding 11b in acht.
In afbeelding 11a zijn de reeds af fabriek voorgeboorde gaten voor de motordrager
van de verbrandingsmotor getoond (afbeelding 11, pos. 3). In positie 4 ziet u een
mogelijke inbouwplaats voor een toerentalteller.
Afbeelding 11b
Afbeelding 11a