
INSTALLATIE 3
NL-11
3.3
AANSLAG SMOORKLEP ____________________________________________________
1.
Verwijder de draaipenbevestiging van de
smoorklepaanslag (B en C).
2.
Verwijder de palbevestiging van de
smoorklepaanslag (D).
3.
Monteer de draaipenbevestiging losvast (B).
Ontdoe u van de sluitringen (C).
4.
Beweeg de aanslag (A) naar de maaistand en borg
hem hierin met behulp van bevestiging (D).
5.
Zet bevestigingen (B en D) stevig vast. De aanslag
(A) mag niet kunnen bewegen.
6.
Start de motor en duw de gashendel naar de
volgasstand. Stel het motortoerental in op 2400 rpm
bij volgas.
Afb. 3A
3.4 VOORSTE
MAAIDEK _______________________________________________________
1.
Plaats stutten onder het linkerzijstuk en verwijder het
transportband. Haal de stutten weg en laat het
zijmaaidek in de normale positie zakken. Herhaal
deze procedure bij het rechterzijmaaidek.
2.
Monteer de steunen van het achterste zijstuk (E en
F) aan het middendek met behulp van 3/8-16 x 1”
schroeven, borgpakkingen en borgmoeren (G).
3.
Til het voorste maaidek in de werkstand [Sectie
4.3]. Monteer de voorste zijstuksteunen (H) aan de
zijmaaidekken met behulp van 3/8-16 x 1”
schroeven, borgpakkingen en platte pakkingen (J).
Laat het voorste maaidek neer.
4.
Verwijder het waarschuwingsplaatje van de
stuurkolom en middelste hefbedieningshendel.
Afb. 3B
Afb. 3C
A
A
B
B
B
B
C
D
D
D
D
Vóór
Na
VOORZICHTIG
Teneinde lichamelijk letsel en/of beschadiging van de
machine te voorkomen mag het voorste maaidek niet
omhoog of omlaag worden gebracht zolang de
transportbanden nog aanwezig zijn. Plaats stutten
onder de zijmaaidekken van het dek alvorens de
transportbanden te verwijderen, waarna de
zijmaaidekken langzaam en voorzichtig tot de
normale bedrijfsstand moeten worden neergelaten.
De zijmaaidekken mogen nooit vanuit de
transportstand op het voorste maaidek neervallen.
!
E
F
G
G
H
H
J
J