
Page 9 of 27 Subject: S-100 – Rudder Angle Indicator - Manual
Date & Revision: 24 September 2009 Rev 00
4. Afregeling
4.1. Methodes
Middels een Falcon D1000 zichtinstrument of een PC voorzien van onze
software kan men de S-100 inregelen.
4.2. Nul instelling
Hiermee kunt u het werkelijke nulpunt van het roerwerk instellen. Breng hiervoor
het roerwerk naar het gewenste nulpunt en regel middels deze instelling de
aangegeven waarde af naar nul. De nul instelling is regelbaar tussen -180° en
+180°.
4.3. Gain instelling
Met deze instelling kan men de hoeveelheid roer naar bakboord en stuurboord
onafhankelijk van elkaar instellen. Breng hiervoor het roer naar de uiterste
bakboord positie en geef in het instelmenu aan met welke roerhoek dit overeen
komt. Herhaal deze stap voor de stuurboord positie, de roerstandgever zal
zichzelf dan kalibreren en de juiste tussenliggende waardes uit rekenen.
In geval van een 360° stuurwerk volstaat het om de instelling voor de
hoeveelheid bakboord roer op 0 te zetten. De roerstandgever herkent dan
automatisch een 360° stuurwerk.
Wanneer men beschikt over een dubbel roerwerk dient u er op te letten dat u de
juiste roerstandgever selecteert bij de afregelprocedure. Het instellen van de
positie van de roerstand gever, of deze verbonden is met het hoofd roerwerk
(stuurboord) of het neven roerwerk (bakboord), gebeurd door middel van de DIP
switch SW3/4 in de roerstandgever. Standaard zal deze zijn ingesteld op het
stuurboord roerwerk.
4.4. 360° Roerwerk
Tevens bestaat de mogelijkheid om een 360° stuurwer k in te stellen. Hiervoor
dient u het roer tussen een waarde van 0° en 180° b akboord te brengen. Daarna
zet u, in het menu,de hoeveelheid roer naar bakboord op 0. Hierdoor zal de S-
100 automatisch herkennen dat het om een 360° roerw erk gaat. Deze procedure
kunt u ook uitvoeren middels het roer op stuurboord te plaatsen en de
hoeveelheid roer naar stuurboord op 0 in te stellen.