Parker DAS 1, User Manual, Page: 16 / 265

Veiligheidsinformatie NL
16
2.1.1 Afmetingen
Raadpleeg schema A1 in Appendix A voor afmetingen en gewichten
Minimumwerkdruk
4 bar g
58 psi g
Maximumwerkdruk
12 bar g
175 psi g
Minimale werkingstemperatuur
2
o
C
35
o
F
Maximale inlaatluchttemperatuur
50
o
C
122
o
F
Maximale omgevingsluchttemperatuur
55
o
C
131
o
F
Lawaainiveau <70 dB(A)
Standaard stroomvoorziening 230 V 1ph 50 Hz 60Hz
Optionele elektrische stroomvoorziening 110 V 1ph 50 Hz 60Hz
Dauwpunt
-40
o
C
-40
o
F
Optioneel dauwpunt
-70
o
C
-70
o
F
ISO 8573.1: 2001 Classificatie Klasse 2 Water
Standaard draadverbindingen BSPP
Optionele draadverbindingen NPT
Goedkeuringen
CRN OH0182.9C
CSA 173682 (LR56310
Voordat u de installatie voortzet en deze apparatuur in gebruik neemt:
Vergewis er u van dat de apparatuur correct is ingesteld voor de inlaatdruk en houd daarbij rekening met de drukafname die wordt veroorzaakt
door de ventielen, buizen en filters in het systeem. Houd rekening met verlies van zuiveringslucht. De droger moet typisch 1 bar
(14 psi/0,1Mpa) onder de nominale uitgangsdruk van de compressor liggen.
De spoelluchtstroom is in de fabriek ingesteld op 6 bar g (87 psi g) minimale systeemdruk. Als de minimale voedingsdruk hoger of lager is dan
dit getal, moet de spoelluchtstroom opnieuw worden ingesteld om het opgegeven dauwpunt te behouden. Neem contact op met uw lokael
Parker domnick hunter-kantoor als u hulp nodig hebt.
Zorg ervoor dat de apparatuur correct is ingesteld, zodat de inlaattemperatuur beantwoordt aan het gespecificeerde dauwpunt.
-40 °C (-40 °F)
Vergewis er u van dat de elektrische netspanning en frequentie voldoen aan de vereisten in deze specificatie en op het fabrieksplaatje.