30
• Zorg dat het hulpmiddel goed past om de kans op huidirritatie te
minimaliseren. Verhoog de gebruiksduur geleidelijk naarmate de huid
zich aanpast aan het hulpmiddel. Bij roodheid verkort u tijdelijk de
gebruikstijd totdat de roodheid is verdwenen.
• Als er pijn of overmatige druk optreedt bij het gebruik van het
hulpmiddel, moet de patiënt stoppen met het gebruik van het
hulpmiddel en contact opnemen met een professionele zorgverlener.
• Zorg dat het hulpmiddel niet te strak zit.
• Zorg ervoor dat het hulpmiddel goed past om effectieve
pijnverlichting te bereiken.
• Het gebruik van het hulpmiddel kan het risico op diep-veneuze
trombose en longembolie verhogen.
algemene VeiligheidSinSTRUcTieS
Elk ernstig incident met betrekking tot het hulpmiddel moet worden
gemeld aan de fabrikant en de relevante autoriteiten.
De medische-zorgverlener dient de patiënt te informeren over de inhoud
van dit document ten behoeve van het veilige gebruik van dit hulpmiddel.
Waarschuwing:
als de werking van het hulpmiddel verandert of afneemt,
of als het hulpmiddel tekenen van schade of slijtage vertoont die de
normale functies van het hulpmiddel belemmeren, moet de patiënt
stoppen met het gebruik van het hulpmiddel en contact opnemen met
een medische-zorgverlener.
Het hulpmiddel is uitsluitend bedoeld voor meervoudig gebruik door één
patiënt.
PaSinSTRUcTieS
Raadpleeg bij het uitvoeren van de volgende instructies de
overzichtsafbeelding voor het lokaliseren van de onderdelen die in de
tekst worden genoemd
(afb. 1)
.
Hulpmiddel aanbrengen
1. Open zowel de bovenste (A) als de onderste (B) gespsluiting. Vraag
de patiënt om te gaan zitten en het been te strekken terwijl het
hulpmiddel wordt aangebracht. Zorg ervoor dat de bovenste (C) en
onderste (D) SmartDosing
®
draaiknoppen in de stand '0' staan.
Plaats het hulpmiddel op het been van de patiënt met het scharnier
(E) aan de aangedane kant van de knie.
Zorg voor een goede uitlijning van het hulpmiddel op het been
(afb. 2)
.
• Hoogtepositionering: lijn het midden van het scharnier iets boven het
midden van de patella uit.
• Zijdelingse positionering: het midden van het scharnier moet zich op
de middellijn van het been bevinden.
2. Maak de gespknopen vast aan de sleutelgaten met dezelfde
kleurmarkering (F, G).
• Plaats de blauwe, onderste gespknop in het blauwe sleutelgat van de
kuitschaal (F) boven de stabiliteitsplaat van de gesp (H) en gebruik de
palm van de hand om de onderste gesp dicht te klikken
(afb. 3)
. Stel
de kuitband (I) in op de juiste lengte door de band rond de kuit te
spannen en in de krokodillenklem (J) te vouwen, zodat het hulpmiddel
stevig en correct op het been blijft zitten.
• Buig de knie van de patiënt tot 80°. Plaats de gele, bovenste gespknop
in het gele sleutelgat van de dijbeenschaal (G) en gebruik de palm van
de hand om de bovenste gesp dicht te klikken
(afb. 4)
. Stel de dijband
(K) op de juiste lengte af door de band om het been te spannen en in
de krokodillenklem te vouwen.
Summary of Contents for UNLOADER ONE SMARTDOSING
Page 1: ...Instructions for Use UNLOADER ONE SMARTDOSING UNLOADER ONE CUSTOM SMARTDOSING...
Page 3: ...3 1 2 3 4 5 6 a b a b c d e f g h i j k l m n...
Page 25: ...25 1 1 C D SmartDosing 0 2 2 3 80 4 3 Dynamic Force System DFS DFS DFS 4 5 5 SmartDosing 5...
Page 26: ...26 DFS 5 DFS SmartDosing 5 5 DFS 6 1 2 SmartDosing 0 DFS 3 90 4 ssur ssur...
Page 43: ...43 1 1 C D SmartDosing 0 E 2 2 F G F H 3 I J 80 G 4 K...
Page 45: ...45 ssur 1 1 1 A B C...
Page 47: ...47 ssur 1 1 A B C D SmartDosing 0 E 2 2 F G...
Page 61: ...61 5 DFS SmartDosing 5 5 N DFS 6 1 2 SmartDosing 0 DFS 3 90 a 4 ssur ssur...