90
Nederlands
geprogrammeerd is met de User Interface en als hij
met deze interface functioneert, wordt een signaal
afgegeven dat aangeeft dat de eerder ingestelde
temperatuur bereikt is. Dit signaal kan worden
gebruikt als een raamcontact dat doorgaands op
ventilatorluchtkoelers geïmplementeerd is.
(PINS: 5-N, UI CODE:147)
Bepaalde uitgangen worden voor meerdere omstan-
digheden gebruikt. Met behulp van het installatie-
menu van de User Interface kunt u deze uitgangen
CONlGURERENRAADPLEEGDEHANDLEIDINGVANDE
33AW-CS1B). Raadpleeg de tabellen op pag. 86 voor
de juiste penbezetting en het gebruik van de signalen.
8.4 - Buitentemperatuurmeter
U kunt een extra buitentemperatuurmeter installeren als
de plaatsing van de buitenunit kan leiden tot een niet
representatieve meting van de buitentemperatuur door de
temperatuurmeter op de unit. (NTC 2 3k
:
kabels @ 25 °C,
code: B0814) remote. Sluit de uiteinden van de meter aan
OPDE0).ENVANHETKLEMMENBORDZIElG
8.5 - Ontvochtiger of bevochtiger
Een ontvochtiger of bevochtiger kan door SHERPA
worden aangestuurd door gebruik te maken van de
vochtigheidsensor in de 33AW-CS1B-interface.
Sluit een ontvochtiger of bevochtiger aan op N, 11
terminals op een relais die een ontvochtiger (NO-contact)
OFEENBEVOCHTIGER.#CONTACT AANSTUURT#ONlGUREER
UI-code 108 (2 voor ontvochtigen/bevochtigen).
#ONlGUREERDELIMIETVOORDELUCHTVOCHTIGHEID5)CODE
107) . Waarbij de ontvochtiger/bevochtiger moet worden
geactiveerd (bijvoorbeeld met code 107 = 65 wordt de
ontvochtiger geactiveerd wanneer de luchtvochtigheid
>UR65% 5% hysteresis).
8.6 - Extra waterpomp (ADD WP)
Via PIN 12 en N kunt u een extra waterpomp aansluiten.
Deze wordt als volgt aangestuurd:
If OAT> de temperatuur die in UI-code 148 is ingesteld.
Het activeren van de extra waterpomp aan de hand van
UI-code 156.
1. AAN/UIT afhankelijk van de logica van de
waterpomp van de buitenunit, indien SHW-activering
ADD WP is AAN;
2. AAN/UIT afhankelijk van de logica van de
waterpomp van de buitenunit, indien SHW-activering
ADD WP is UIT;
Als OAT < de temperatuur die in UI-code 148 is
ingesteld.
Het activeren van de extra waterpomp op basis van
UI-code 157 ( 0. Altijd uit, 1. aan/uit afhankelijk van
EHS, 2.altijd aan).
The additional water pump activation depending by the
UI code 157 (0. always of, 1. on/of depending by EHS, 2.
always on).
˅ƙƾƖʾˁƿ
8.1 - 3-wegsklep
De units SHERPA maken het mogelijk een 3-wegsklep
voor een opslagtank voor sanitair water te bedienen. De
functioneringslogica voorziet dat het systeem een
3-wegsklep controleert als een opslagtank sanitair water
aanvraagt zodat het warme water uitsluitend naar deze
tank gevoerd wordt. Tevens wordt de maximum capaciteit
gegarandeerd om water met een temperatuur van 60 °C te
leveren (compatibel met de operationele functionering).
Sluit de 3-wegsklep aan tussen de PIN 18, N en 10 van het
KLEMMENBORDZIElG $E0).,IJN EN..EUTRAAL
voeden de klep (1 ph ~ 230V, 2A max). Op de PIN 10 is een
bedieningssignaal beschikbaar (1 ph ~ 230V, 2A max). In het
geval een terugslagklep met veer gebruikt wordt, moet u
hem uitsluitend tussen de PIN 10 en N aansluiten.
Het signaal voor de aanvraag van sanitair water moet een
Dry Contact (kwaliteit van de contacten hoger dan 25mA
@ 12V) zijn. Dit contact sluit het circuit tussen PIN 15 en
VANHETKLEMMENBORDZIElG
LET OP: De aanvraag van sanitair water heeft een
hogere prioriteit dan de geprogrammeerde
functioneringswijze, zowel tijdens het verwarmen als
tijdens het afkoelen.
8.2 - Frequentiebeperking
Om de unit geforceerd te laten functioneren op een lagere
maximum frequentie (teneinde het geproduceerde geluid
te beperken) als de User Interface niet aanwezig
is, moet u een Dry Contact (kwaliteit van de contacten
hoger dan 25mA @ 12V) aanbrengen tussen PIN 13 en 14
VANHETKLEMMENBORDZIElG !LSHETCONTACTGESLOTEN
is, functioneert de unit op een maximum frequentie die
lager is dan de standaardfrequentie.
Als het contact open is, functioneert de unit op de stan-
DAARDFREQUENTIE#ONlGUREERDEUNITMETBEHULPVANDE
parameters 4 en 6 van het menu van de User Interfase
B0813 om een correcte functionering te kunnen garande-
ren. De beperking van het maximum geluidsniveau komt
overeen met ongeveer 3dB bij 75% van de maximum
functioneringsfrequentie van de compressor.
8.3 - Signalen stop unit of ontdooien
Op het klemmenbord zijn een aantal signalen aanwezig
voor het aangeven van buitengewone functioneringsoms-
tandigheden of een externe stop van de unit.
De volgende signalen zijn mogelijk:
• Ontdooien: Tijdens het verwarmen kan de unit,
afhankelijk van de externe omgevingsomstandighe-
den, dooicycli uitvoeren teneinde de eventuele
ijsvorming van de externe batterij te verwijderen.
Onder deze omstandigheden is het niet mogelijk de
vereiste watertemperatuur aan de uitgang te garande-
ren. Hierdoor kan het comfort worden beïnvloed.
(PINS: 4-N, UI CODE: 106 of 108)
• Alarm: een alarmsituatie wordt weergegeven. De
compressor wordt tot stilstand gebracht
(PINS: 5-N, UI CODE: 147 of 108)
• Omgevingstemperatuur Bereikt: als de unit correct