Oase PondoVac 3, Operating Instruction

Page: 22 / 120

- NL -
22
Storingen verhelpen
Storing Oorzaak Remedie
Er komt stoom uit het apparaat Bij koud weer vormt zich in het apparaat con-
denswater, dat in de vorm van waterdamp
vrijkomt Normaal voorval. Geen remedie nodig
Apparaat maakt geluiden en/of trilt sterk Tank vol Tank leegmaken
Inlaatverdeler, afvoer of filterschuim verontrei-
nigd Apparaat uitschakelen, 20 s wachten en
opnieuw inschakelen. Treedt storing opnieuw
op, apparaat reinigen.
Het apparaat zuigt niet of verliest aan vermo-
gen Netspanning ontbreekt Netspanning controleren
Hoogteverschil tussen het wateroppervlak en
het apparaat is te groot Uitlaat dient iets boven het wateroppervlak te
liggen
Beide bekkens zijn vol water. De vlotters dich-
ten volledig af Apparaat leegmaken
Vuil verstopt filterschuim, zuigbuis of zuigslang Vuil verwijderen
Klep op de inlaatverdeler klemt of is vervuild Inlaatverdeler afnemen Controleren of klep
stevig vastzit
(afbeelding I, 4)
O-ring op de inlaatverdeler zit niet goed
Controleren of O-ring stevig vastzit (afbeelding
I, 4)
Klep op de uitlaatklep klemt of is vervuild Afvoerslang afnemen. Controleren of de klep
stevig vastzit
O-ring op de binnentank zit niet goed Controleren of O-ring stevig vastzit (afbeelding
I, 27)
Gering zuigvermogen Verhoogde buiswrijvingsweerstand Zuigleiding zo kort en vlak mogelijk houden.
Zuigdiepte te groot. Vanaf 1,5 m zuigdiepte
neemt het zuigvermogen ontwerpafhankelijk af Zuigdiepte verminderen
De opvangbak loopt niet leeg Afvoerslang is geknikt of is niet op een hellend
vlak gelegd Slang juist leggen. Zie montage.
Vuil verstopt afvoerslang of afvoerklep Vuil uit afvoerslang en afvoerklep verwijderen
Apparaat schakelt tussen de bekkens onvoldo-
ende of niet om Vuillaagje op de zuigers na langere tijd stilge-
staan te hebben Motorbehuizing (G, 17) afnemen. Handmatig in
werking zetten van het schakelproces door het
op de kop houden van de motorkop.
Reiniging en onderhoud
Standaardreiniging (afbeelding F- H)
– Apparaat op de netschakelaar (16) uitschakelen en stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen.
– Verwijder alle slangen.
– Bekkenvergrendeling ontgrendelen (18).
– Motorbehuizing afnemen (17).
– Binnentank doorspoelen (19), maar er niet uitnemen.
– Roosters (21) onder filterschuimen (22) losmaken.
– Filterschuimen (22) aftrekken en met schoon water uitwassen.
Aanwijzing: Filterschuimen zijn slijtagedelen. Controleer bij deze gelegenheid de filterschuimen. Bij beschadiging al-
leen door origineel OASE-reserveonderdeel vervangen.
Binnentank, opvangbekken, inlaatverdeler en afvoerklep reinigen (afbeelding I - K)
– Inlaatverdeler (afbeelding J): Inlaatverdeler (4) uit bajonetsluiting (14) draaien. Rubberpakkingen (25) in de
inlaatverdeler op volledigheid en toestand controleren.
– Inlaatverdeler doorspoelen.
– Binnentank (afbeelding I 19) demonteren endoorspoelen.

Controleren of rubberpakking stevig vastzit (27).

Opvangbekken (afbeelding K 24) en afvoerklep (23) uitspoelen.

Controleren of klep (26) in afvoeropening stevig vastzit en soepel loopt.
Aanwijzing: Afdichtringen en rubberkleppen zijn slijtagedelen. Bij beschadiging of verlies alleen door originele OASE-
reserveonderdelen vervangen.
Assemblage van het apparaat
Vervolgens het apparaat in omgekeerde volgorde weer in elkaar zetten. Vergeet niet de motorbehuizing met behulp
van het richtplaatje te vergrendelen (afbeelding J, 18).