GEBRUIKSAANWIJZING
12
146 1957 000
(4)03-2016
DE HOOGTE VAN DE HOOFDBORSTEL
CONTROLEREN EN AFSTELLEN
1.
Controleer of de hoofdborstel de juiste hoogte van de
vloer heeft. Ga hierbij als volgt te werk:
–
zet de machine op een vlakke ondergrond;
–
zet de machine stil en laat de hoofdborstel enkele
seconden draaien;
–
zet de hoofdborstel stil en breng deze omhoog
voordat u de machine verplaatst;
–
controleer of de indruk (1, Afb. D) van de
hoofdborstel over de hele lengte 2 tot 4 cm breed is.
Als de indruk (1) hiervan afwijkt, kunt u de hoogte
van de borstel afstellen. Ga te werk als in punt 2.
2.
Zet de machine op een platte ondergrond en schakel de
parkeerrem (6 met 7, Afb. C) in.
3.
Zet de contactschakelaar (2, Afb. B) op “0”.
4.
Haal de knoppen (1, Afb. E) aan beide kanten van de
machine los.
5.
Stel met de hendels (1, Afb. E) aan beide kanten van de
machine, zo veel als nodig is, de indicator (2) om de
hoogte van de borstel af te stellen bij en draai de hendels
(1) opnieuw aan.
De indicator (2) moet aan beide kanten van de machine
in dezelfde stand staan; de maximaal toegestane
afwijking is twee markeringen voor de indruk (1, Afb. D)
van de 2 tot 4 cm die in punt 1 werd genoemd.
6.
Voer punt 1 opnieuw uit om te controleren of de
hoofdborstel nu de juiste hoogte van de grond heeft.
7.
Als de borstel door overmatige slijtage niet meer kan
worden afgesteld, moet de borstel zoals in het volgende
deel worden vervangen.
DE HOOFDBORSTELVERVANGEN
1.
Zet de machine op een platte ondergrond en schakel de
parkeerrem (6 met 7, Afb. C) in.
2.
Zet de contactschakelaar (2, Afb. B) op “0”.
3.
Haal de knoppen (1, Afb. E) aan beide kanten van de
machine los.
4.
Verplaats de indicatoren (2, Afb. E) voor de afstelling van
de hoogte van de borstel, totdat deze de maximale
afstand van de grond heeft. Draai de hendels (1) vast.
5.
Draai de knop (3, Afb. E) aan de linkerkant van de
machine los.
6.
Verwijder de klep (1, Afb. F) van de borstel en trek deze
omhoog om hem uit de stops (2) te halen.
7.
Verwijder de borstel (1, Afb. G).
8.
Breng de nieuwe borstel aan voor montage en richt de
haren zoals in afbeelding H (vanaf boven gezien).
9.
Zet de nieuwe borstel vast in de machine en controleer
of het contact (1, Afb. I) in de betreffende naaf (4, Afb. R)
valt. Controleer ook of de naaf geen vuil of voorwerpen
(draden, etc.) bevat die per ongeluk zijn meegedraaid.
10. Plaats de klep (1, Afb. F) van de borstel weer terug en
laat hem in de steunen vallen (2).
11. Draai de knop (3, Afb. E) opnieuw vast.
12. Voer de controle en afstelling van de hoogte van de
hoofdborstel af, zoals beschreven in het vorige deel.
OPMERKING
Er zijn verschillende soorten borstels
leverbaar. Deze procedure is van toepassing
op alle soorten borstels.
WAARSCHUWING!
Als de indruk van de hoofdborstel op de grond
te groot is (meer dan 4 cm), dan kan dit
problemen opleveren voor de werking van de
machine en kunnen de bewegende delen
oververhitten. Hierdoor kan de levensduur van
de machine aanzienlijk afnemen.
Wees nauwkeurig bij het uitvoeren van de
bovenstaande controle en laat de machine
nooit werken als hij niet aan de genoemde
voorwaarden voldoet.
OPMERKING
Er zijn verschillende soorten borstels
leverbaar. Deze procedure is van toepassing
op alle soorten borstels.
WAARSCHUWING!
Wij raden u aan werkhandschoenen te dragen
als u de zijborstels vervangt omdat er scherpe
deeltjes tussen de haren van de borstels
kunnen blijven hangen.