
NL
16
10-364
9. PROGRAMMERING MET MASTERTRANSPONDER
• De transponders (kaarten of sleutels) moeten op max. 20 mm afstand langsheen het toestel worden bewogen.
• Als de invoer van een commandoreeks gedurende 8 seconden wordt onderbroken, wordt de hele reeks geannuleerd. Er weerklinkt dan een negatieve
bevestigingstoon.
9.1. Programmering beëindigen
Autorisatie met
mastertransponder
Mastertransponder voor het toestel
houden
• De mastertransponder voor het toestel houden.
Mastertransponder herkend:
programmeren mogelijk
• een positieve bevestigingstoon weerklinkt
• led brandt groen gedurende 3 sec.
G
Foutieve, onbekende
mastertransponder
• Bij het voorhouden van de transponder weerklinkt een negatieve
bevestigingstoon.
• led brandt rood gedurende 3 sec.
R
• led opnieuw uit
• Als u de mastertransponder 3 keer niet juist
voor het toestel hebt gehouden, blijft de code-
invoerfunctie gedurende 2 min. geblokkeerd.
• De led brandt rood gedurende 2 min.
• Begin weer van vooraf aan.
9.2. Transponder aanleren
Programmering starten
wanneer nog niet gebeurd
alle geheugenplaatsen leeg
Het nummer van de transponder wordt in de volgende vrije
geheugenplaats geregistreerd.
GpNr
= nummer van de geheugenplaats
00 tot 09
transponder voor toestel houden
Houd de transponder één keer kort voor het toestel.
de transponder is aangeleerd
• een positieve bevestigingstoon weerklinkt
• led brandt groen gedurende 3 sec.
G
• led knippert weer groen
G
andere transponders aanleren
Herhaal de stappen.
nog maar 1 geheugenplaats
beschikbaar
• led knippert oranje
O
alle 10 geheugenplaatsen zijn
toegewezen
• led brandt oranje
O