NL
41
1.
Vergewis u ervan dat de standen "0" en "1" correct geprogrameerd zijn door eerst het zonnescherm
omhoog en vervolgens omlaag te laten gaan; laat tenslotte het zonnescherm op stand "1".
2.
Druk tegelijk op beide toetsen
▲
en
▼
houd die ingedrukt.
3.
Wacht ongeveer 3 seconden totdat het zonnescherm eventjes naar omhoog is gegaan.
3s
4.
Gebruik zo nodig meermaals de toetsen
▲
en
▼
om het zonnescherm zo precies mogelijk
op de gewenste stand “2” te zetten.
5.
Druk tegelijk op beide toetsen
▲
en
▼
houd die ingedrukt.
6.
Wacht ongeveer 3 seconden totdat het zonnescherm eventjes omhoog is gegaan.
3s
7.
Laat de twee toetsen
▲
en
▼
tegelijk los.
N.B.: Als u later de functie voor het aanspannen van het doek wilt weghalen, dient u te werk te gaan zoals dat in tabel A4 is gespecificeerd.
Tabel “A3”
Programmering van de stand “2” (afb. 9)
Voorbeeld
Nadat u de standen "0" en "1" geprogrammeerd hebt, kunt u desgewenst stand 2 programmeren die de functie FRT om het doek aan te span-
nen, activeert.
1.
Druk op de toets
▲
die het zonnescherm naar omhoog laat gaan, en houd die ingedrukt.
2.
Wacht tot de motor automatisch stopt, omdat het zonnescherm geheel is opgerold (stand “0”).
3.
Terwijl u de toets naar omhoog
▲
nog ingedrukt houdt, drukt u ook op de toets naar omlaag
▼
.
4.
Wacht totdat het zonnescherm eventjes naar omlaag is gegaan.
5.
Laat de twee toetsen
▲
en
▼
los.
6.
Druk op de toets
▼
die het zonnescherm naar beneden laat gaan, en houd die ingedrukt.
7.
Laat de toets
▼
los wanneer het scherm de gewenste stand (“1”) heeft bereikt.
Gebruik zo nodig meermaals de toetsen
▲
en
▼
om de stand zo precies mogelijk te programmeren.
8.
Druk tegelijk op beide toetsen
▲
en
▼
houd die ingedrukt.
9.
Wacht ongeveer 3 seconden totdat het scherm eventjes naar boven en naar beneden is
gegaan om op de zojuist geprogrammeerde stand te stoppen.
3s
10.
Laat de twee toetsen
▲
en
▼
los.
N.B.: Als u later de koppelreductie RDC wilt weghalen dient u de standen te wissen (zie tabel A6) en de standen opnieuw zonder RDC te
programmeren RDC (zie tabel A1).
Tabel “A2”
Programmeren van stand “0” en “1” met RDC (afb. 8)
Voorbeeld
Als u de koppelreductie RDC wilt activeren die alleen bij de manoeuvre naar omhoog enkele centimeter voor de stand “0” in werking treedt,
dient u als volgt te werk te gaan:
Als u de koppelreductie RDC niet wilt activeren, dient u op onderstaande manier te werk te gaan:
1.
Druk op de toets
▲
die het scherm naar boven laat gaan, en houd die ingedrukt.
2.
Wacht tot de motor automatisch stopt, omdat het scherm geheel is opgerold (stand “0”).
Laat daarna de toets
▲
los.
3.
Druk op de toets
▼
die het scherm naar beneden laat gaan, en houd die ingedrukt.
4.
Laat de toets
▼
los wanneer het zonnescherm de gewenste stand (“1”) heeft bereikt.
Gebruik zo nodig meermaals de toetsen
▲
en
▼
om de stand zo precies mogelijk te programmeren.
5.
Druk tegelijk op beide toetsen
▲
en
▼
houd die ingedrukt.
6.
Wacht ongeveer 3 seconden totdat het zonnescherm eventjes naar boven en naar beneden
is gegaan om op de zojuist geprogrammeerde stand opnieuw te stoppen.
3s
7.
Laat de twee toetsen
▲
en
▼
los.
N.B.: Als u later de koppelreductie RDC wilt invoeren, dient u de standen te wissen (zie tabel A6) en de standen opnieuw met RDC te pro-
grammeren RDC (zie tabel A2).
Tabel “A1”
Programmeren van de standen “0” en “1” zonder RDC (afb. 7)
Voorbeeld