66
AFTAKAS
Alle modellen zijn uitgerust met een
onafhankelijke aftakas (DIN 15 x 12
profiel). Bij de 1+1 en 2+2 modellen
heeft de aftakas een snelheid van 1004
toeren/min. .
N.B. Gebruik altijd de koppelingshendel
bij het in- en uitschakelen van de
aftakas.
De aftakas is rechtsdraaiend .
STUURHENDELS
De verticale (hoogte) instelling van
de stuurhendels wordt door hendel
n° 3 geregeld. Er zijn 6 verschillende
hoogtestanden mogelijk. De horizontale
(zijwaartse) aftstelling wordt geregeld met
hendel 4. Er zijn 6 afstellingen mogelijk (3
met stuurhendels in normale positie en 3
met 180° gedraaide stuurhendels).
OMKEREN VAN DE STUURHENDELS
VOOR FRONTALE WERKTUIGEN
Voor de aankoppeling van frontale
werktuigen dienen de stuurhendels 180°
gekeerd te worden.
Ga daarvoor als volgt te werk:
1+1
(Fig. 13A)
1.Plaats versnellingshendel 5 in vooruit-
of achteruitversnelling.
2.Maak de hendel los uit 10.
3.Trek hendel 4 omhoog, draai de
stuurboom in de richting van de pijl
die zich op het plaatje op het uiteinde
van de stuurboom bevindt (linkse
draairichting).
4.Draai nu ook hendel 5 en bevestig deze
weer in 10.
Om de stuurhendels weer in normale
positie te brengen (freespositie) dienen
de zelfde handelingen verricht te worden
waarbij de stuurboom nu naar rechts
teruggedraaid wordt.
2+2
(Fig. 14A)
1.Plaats de versnellingshendel 5 in
vooruit- of achteruitversnelling.
2.Zet versnellingshendel 8 in de 1e of
2e versnelling.
3.Maak de hendels 5 en 8 los uit 10.
4.Trek hendel 4 omhoog, draai de
stuurboom in de richting van de pijl
die zich op het plaatje op het uiteinde
van de stuurboom bevindt (linkse
draairichting).
5.Draai nu ook versnellingshendels 5 en
8 en bevestig deze weer in 10.
Om de stuurhendels weer in normale
positie te brengen (freespositie) dienen
de zelfde handelingen verricht te worden
waarbij de stuurboom nu naar rechts
teruggedraaid wordt.
Fig 12A