30S/55S Series
NL
106
6.1.1
30S aansluiten en in gebruik nemen
Voordat het apparaat voor het eerst wordt ingeschakeld, dient de stekker aan
de kabel te worden bevestigd door een erkende elektromonteur en dient de
instelling voor de overbelastingsbeveiliging te worden gecontroleerd.
Volg voor de juiste instellingen de aanwijzingen bij “starter”. Sluit de zuigslang
op de flapklep aan. Met de starthendel kan de motor in beide draairichtingen
worden ingeschakeld. Vergelijk tijdens het inschakelen de draairichting van
de motor met de richting van de pijl. Als de draairichting juist is, laat dan de
motor op het maximale toerental draaien.
Als de draairichting verkeerd is, zet dan de schakelaar op nul, laat de motor
tot stilstand komen en start de motor dan in tegenovergestelde draairichting.
Bij inschakelen van de verkeerde draairichting voorkomt de terugslagklep dat
lucht wordt teruggezogen in het apparaat.
LET OP!
De ventilator kan erg heet worden, ook bij normaal gebruik. Voorkom
oververhitting door te zorgen dat voldoende lucht de ventilator kan passeren.
Een geblokkeerde slang, een gesloten flapklep of de verkeerde draairichting
van de motor kunnen oververhitting veroorzaken.
6.1.2
55S met zijkanaalventilator aansluiten en in gebruik nemen
Voordat het apparaat voor het eerst wordt ingeschakeld, dient de stekker aan
de kabel te worden bevestigd door een erkende elektromonteur en dient de
instelling voor de overbelastingsbeveiliging te worden gecontroleerd. Volg
voor de juiste instellingen de aanwijzingen bij “starter”.
Sluit de zuigslang op de flapklep aan. De starthendel maakt een Y/D-start in
beide draairichtingen mogelijk.
Tijdens het inschakelen dient de hendel voor het reinigen van het filter
te worden ingedrukt en dient de draairichting van de motor te worden
vergeleken met de richting van de pijl.
Als de draairichting juist is, laat dan de motor op het maximale toerental
draaien voordat u naar de Dstand overschakelt. Laat de hendel los. Als de
draairichting verkeerd is, zet dan de schakelaar op nul, laat de motor tot
stilstand komen en start de motor dan in tegenovergestelde draairichting.
Bij inschakelen van de verkeerde draairichting voorkomt de terugslagklep dat
lucht wordt teruggezogen in het apparaat. Als de hendel voor het reinigen van
het filter niet wordt ingedrukt, wordt het startproces ernstig belemmerd en
kan de starter beschadigd raken.
LET OP!
De ventilator kan erg heet worden, ook bij normaal gebruik. Voorkom
oververhitting door te zorgen dat voldoende lucht de ventilator kan passeren.
Een geblokkeerde slang, een gesloten flapklep of de verkeerde draairichting
van de motor kunnen oververhitting veroorzaken.
6.1.3
Motorblokkering 30S/55S
Zie afbeelding 8. Als de motorblokkering in werking treedt:
Startschakelaars zonder een resetknop hebben een automatische reset van de
motorblokkering bij het herstarten:
•
Draai de Startschakelaar (a) in de 0-stand; het apparaat kan opnieuw
worden gestart.
Summary of Contents for 30S Series
Page 2: ...30S 55S Series 2 ...
Page 8: ...30S 55S Series 8 b a 5 6 7 b a b a 8 8 ...
Page 18: ...30S 55S Series EN 18 ...
Page 28: ...30S 55S Series CS 28 ...
Page 38: ...30S 55S Series DA 38 ...
Page 68: ...30S 55S Series FI 68 ...
Page 78: ...30S 55S Series FR 78 ...
Page 88: ...30S 55S Series HU 88 ...
Page 118: ...30S 55S Series NO 118 ...
Page 130: ...30S 55S Series PL 130 ...
Page 160: ...30S 55S Series SE 160 ...
Page 170: ...30S 55S Series ZH 170 ...
Page 171: ......
Page 172: ...www nederman com ...