MTD FH381V, Manual

Page: 26 / 74

Gebruiksaanwijzing FH381V/FH430V Nederlands
25
:YPHIXERORMIXKILIIPXSXHI
VERH(IFVERHWXSJLIIJXTPEEXW
RSHMKSQYMXXI^IXXIR
Oliepeil controleren
+IZEEVZSSVQSXSVWGLEHI
HSSVSRZSPHSIRHIWQIVMRK
'SRXVSPIIVLIXSPMITIMPZSSVHI
MRKIFVYMORIQMRK:SIKMRHMIRRSHMK
SPMIXSI
■
Zet de machine op een egale
ondergrond.
■
Reinig de omgeving van de
vulopening (B, afb. 2).
■
Trek de oliepeilstok (A, afb. 2) naar
buiten en veeg deze met een
schone doek af.
■
Breng de oliepeilstok weer aan.
Schroef deze niet vast.
■
Trek de oliepeilstok naar buiten en
controleer het oliepeil:
– Het oliepeil moet tussen de
markeringen „ADD” en „FULL”
liggen.
■
Voeg indien nodig olie toe.
– Giet langzaam olie in de
vulopening.
– Voeg niet te veel olie toe.
■
Breng de oliepeilstok aan en draai
deze vast.
Motor starten
+IZEEVZSSVQEGLMRIIR
QSXSVWGLEHI
0IIWFIWPMWXHIFIHMIRMRKWLERHPIM
HMRKZERHIQEGLMRI:SPKHIWTIGM
JMIOIZSSVWGLVMJXIRZERHI
QEGLMRIJEFVMOERXST
r &IHMIRHIWXEVXIVRMIX[ERRIIVHI
QSXSVPSSTX0EEXHIWXEVXIVRELIX
WXEVXIRZERHIQSXSVSRQMHHIPPMNO
PSW
r &IHMIRHIWXEVXIVRMIXPERKIVHER
WIGSRHIRSRSRHIVFVSOIR
r ;EGLXWIGSRHIR[ERRIIVHI
QSXSVRMIXSRQMHHIPPMNOWXEVXIR
LIVLEEPLIXWXEVXIR
r 0EEXHIQSXSVZSSVFIPEWXMRK
[EVQPSTIR%PPIIR^SMWHI
WQIVMRKZEREPPIQSXSVHIPIR
KI[EEVFSVKH
■
Open de benzinekraan (optioneel)
(afb. 3).
■
Steek de contactsleutel in het
contactslot en draai deze in de
stand „ON”/„I”
(afb. 4).
Machines met gecombineerde
gas-/chokehendel
■
Zet bij een koude motor de
gashendel (A) in de stand
„Choke”
(afb. 5).
■
Zet bij een warme motor de
gashendel in een stand tussen
„Snel”
en „Langzaam” .
Machines met een aparte choke
Bij een zeer warme motor of
wanneer de motor niet onmiddellijk
start, mag de choke niet worden
bediend. De motor zou anders te vet
worden en de start zou ernstig
worden bemoeilijkt.
■
Trek bij een koude motor aan de
choke (afb. 6, voorbeeld).
■
Zet de gashendel in de stand
tussen „Snel”
(afb. 7, voorbeeld).
■
Draai de contactsleutel maximaal
5 seconden in de stand „Start”
(afb. 4).
■
Laat de sleutel onmiddellijk los
wanneer de motor start.
■
Wacht 10 seconden en herhaal de
start wanneer de motor niet
onmiddellijk start.
■
Laat de motor na de start en voor
het begin van de werkzaamheden
3 tot 5 minuten warmlopen.
■
Zet daarvoor de gashendel in een
stand tussen „Snel”
en „Langzaam” .
■
Duw bij een aparte choke de
chokehendel langzaam terug.
Motor stoppen
+IZEEVZSSVTIVWSSRPMNO
PIXWIPIRQEXIVMÁPIWGLEHI
8VIOHIGSRXEGXWPIYXIPRELIX
WXSTTIREPXMNHYMXLIXGSRXEGX
[ERRIIVYHIQEGLMRISRFILIIVH
EGLXIVPEEX
+IZEEVZSSVIVRWXMKI
QSXSVWGLEHI
7GLEOIPHIQSXSVEPPIIRMR
RSSHKIZEPPIRYMX^SRHIVIIVWXLIX
XSIVIRXEPXIZIVQMRHIVIR
Normaal stoppen
■
Verminder het motortoerental.
Zet daarvoor de gashendel in de
stand „Langzaam”
.
■
Draai na ca. 20 seconden de
contactsleutel in de stand
„OFF”/„0”
.
De motor stopt.
■
Sluit de benzinekraan (optioneel).
Stoppen in een noodgeval
■
Draai de contactsleutel in de
stand „OFF”/„0”
.
De motor stopt onmiddellijk.
■
Sluit de benzinekraan (optioneel).
Instellingen
(IQSXSVMWHSSVHIJEFVMOERX
STXMQEEPMRKIWXIPHQIXFIXVIOOMRK
XSXTVIWXEXMIIRZIVFVYMO)POI
[MN^MKMRKZERHI^IMRWXIPPMRKIRQEK
YMXWPYMXIRH[SVHIRYMXKIZSIVHHSSV
HIJEFVMOERXSJIIRIVOIRHZEOQER
!