8
Gebruik
een
stand
iets
boven
de
middelste
stand
(6
‐
7)
voor:
•
bakken
van
pannenkoeken
•
bakken
van
gepaneerd
vlees
of
gepaneerde
vis
•
bakken
van
dun
vlees
•
doorbraden
van
groot
vlees
•
uitbakken
van
spek
of
bacon
•
bakken
van
rauwe
aardappelen
•
bakken
van
omeletten
Gebruik
een
stand
iets
onder
de
hoogste
stand
(8
‐
9)
voor:
•
aanbraden
van
vlees
•
bakken
van
platvis,
dunne
moten
of
filet
•
bakken
van
gare
aardappelen
•
bereiden
van
glad
gebonden
soepen
en
sauzen
•
bakken
van
omeletten
•
bakken
van
biefstuk
(medium)
•
frituren
Gebruik
de
hoogste
stand
(10)
voor:
•
snel
aan
de
kook
brengen
•
slinken
van
bladgroenten
•
blancheren
van
groenten
•
verhitten
van
olie
en
vet
•
bakken
van
biefstuk
(rood)
•
onder
druk
brengen
van
een
snelkookpan
ONDERHOUD
EN
REINIGING
Reiniging
Let
op:
dompel
het
apparaat
en/of
de
stroomkabel
nooit
in
water
of
andere
vloeistoffen.
1.
Schakel
het
apparaat
uit
en
neem
de
stekker
uit
het
stopcontact
voordat
u
het
apparaat
gaat
reinigen.
2.
Laat
het
apparaat
volledig
afkoelen.
3.
Reinig
het
apparaat
met
een
vochtige
doek
en
eventueel
wat
reinigingsmiddel
en
maak
goed
droog.
Let
op:
gebruik
nooit
schuurmiddelen,
bleekmiddelen
of
staalwol
om
het
apparaat
te
reinigen.
Dit
kan
beschadigingen
aan
het
materiaal
veroorzaken.
4.
Stof
en
vuil
in
of
rond
de
ventilator
aan
de
onderzijde
en
de
ventilatieopening
aan
de
achterkant
van
het
apparaat
kan
worden
verwijderd
met
behulp
van
een
stofzuiger.
Opbergen
1.
Laat
het
apparaat
volledig
afkoelen
voordat
u
het
opbergt.
2.
Zorg
ervoor
dat
het
apparaat
volledig
schoon
en
droog
is,
voordat
u
het
opbergt.