6) Druk de toets “V A” (4) in om het stroomverbruik
van het aangesloten toestel af te lezen. Het digitale
display geeft de uitgangsstroom weer in Ampère (A)
met een nauwkeurigheid van 0,1 A.
Indien de POWER-LED (2) na aansluiting van
het toestel uitgaat, is er een defect of ligt het
stroomverbruik van het toestel hoger dan met de
CURRENT-regelaar (8) was ingesteld. In dit laatste
geval geeft u een hogere waarde voor stroombe-
grenzing in.
4.2 Digitale voltmeter
●
Metingen van spanningen boven 42 V mogen enkel
uitgevoerd worden door personen die het gevaar
van contact beseffen en aangepaste veiligheids-
maatregelen kunnen nemen. Bij metingen met kans
op contact gaat u best niet alleen te werk. Zorg
ervoor dat er zich een tweede persoon in uw buurt
bevindt.
●
Houd rekening met onverwachte spanningen aan
meetobjecten. Condensatoren kunnen bijvoorbeeld
gevaarlijk geladen zijn.
●
Met dit toestel mag u geen metingen uitvoeren in
een stroomkring met corona-ontladingen (hoog-
spanning).
●
Controleer of de meetsnoeren zich in een onberis-
pelijke staat bevinden (geen beschadiging van de
isolatie), alvorens de meting uit te voeren.
●
De maximale te meten spanning mag de waarde van
200 V
niet overschrijden. Anders dreigt er levens-
gevaar voor de gebruiker!
1) Druk de schakelknop “INT EXT” (5) in. Het digitale
display staat nu op externe meting.
2) Desactiveer de schakelknop “V A” (4), d.w.z. hij
mag niet ingedrukt zijn. Anders is er geen externe
meting mogelijk.
3) Verbind de positieve pool van het meetobject via
een meetsnoer met de rode DVM-jack (9) van de
digitale voltmeter, en de negatieve pool met de
blauwe jack.
4) De meetwaarde kunt u van het display (3) aflezen.
De waarde wordt in Volt (V) met een nauwkeurig-
heid van 0,1 V aangegeven.
Bij een verkeerde polariteit (positieve pool op
blauwe jack, negatieve pool op rode jack), verschijnt
op het display een minteken vóór de meetwaarde.
Indien de meetspanning meer dan 199,9 V be-
draagt, wordt het meetbereik overschreden. Op het
display verschijnt “I .” resp. “-I .”.
5
Technische gegevens
Voedingsspanning: . . . . . . 230 V~/50 Hz/180 VA
Uitgangsspanning: . . . . . . 0–30 V
Uitgangsstroom: . . . . . . . . 0–3 A
Stroombegrenzing: . . . . . . 0–3 A
Nauwkeurigheid: . . . . . . . . < 10 mV
Rimpelspanning: . . . . . . . . < 1 mV
Afmetingen (B x H x D): . . 170 x 140 x 240 mm
Gewicht: . . . . . . . . . . . . . . 5 kg
Opgemaakt volgens de gegevens van de fabrikant.
Deze behoudt zich het recht voor de technische gege-
vens te veranderen.
NL
B
13
