4 De versterker plaatsen
De versterker is voorzien voor montage in een rack
(482 mm/19"), maar kan ook als tafelmodel gebruikt
worden. In elk geval moet de lucht door alle ventila-
tieopeningen kunnen stromen, om voldoende venti-
latie van de versterker te verzekeren.
4.1
De montage in een rack
Voor de montage in een rack hebt u 3 HE (rack-een-
heden = 133 mm) nodig. Om te voorkomen dat het
rack topzwaar wordt, dient de versterker in het
onderste gedeelte van het rack gemonteerd te wor-
den. De frontplaat alleen is niet voldoende voor een
veilige bevestiging. Het toestel moet links en rechts
door rails of onderaan door een bodemplaat extra
ondersteund worden.
De warme lucht die aan de zijkant van de ver-
sterker uitgeblazen wordt, moet ongehinderd uit het
rack afgevoerd kunnen worden. Anders hoopt de
warmte zich op in het rack, waardoor niet enkel de
versterker maar ook andere toestellen beschadigd
kunnen worden. Bij onvoldoende warmteafvoer
moet u in het rack een ventilator plaatsen boven de
versterker.
5 De versterker aansluiten
De in- en uitgangen mogen enkel door een gekwali-
ficeerde vakman aangesloten worden en in elk
geval wanneer de versterker uitgeschakeld is!
Stel beide schuifschakelaars SW305 (2) en SW308
(3) in, alvorens een module in de opening (1) te
monteren. Nadien zijn de schakelaars moeilijk
bereikbaar. Indien u geen module inbouwt, schroef
dan het deksel (1) los om de schakelaar in te stellen.
Instelling van de prioriteit met SW305 (2), zie ook
hoofdstuk 6 “De prioriteiten van de ingangssignalen
vastleggen”
linker stand SLAVE (standaardinstelling)
Het signaal van de module heeft de 4de (laagste)
prioriteit.
rechter stand PRI
Het signaal van de module heeft de 1ste prioriteit.
Gongsignaal met SW308
linker stand (standaardinstelling)
De gong wordt met 2 geluidssignalen gerealiseerd
rechter stand
De gong wordt met 4 geluidssignalen gerealiseerd
5.1
De luidsprekers
Ofwel sluit u de 100 V-luidsprekers voor elke zone in
groep aan op de klemmen SPEAKER ZONES (26)
ofwel sluit u een luidsprekergroep met een totale
impedantie van minstens 4
Ω
aan op de klemmen
LOW IMP (28). Let daarbij steeds op de juiste pola-
riteit, d.w.z. verbind de positieve aansluiting van de
100 V-luidsprekers resp. van de laagohmige luid-
sprekergroep telkens met de bovenste klem. De
positieve aansluiting van de luidsprekerkabel is
steeds duidelijk gemarkeerd.
Opgelet! Bij 100 V-luidsprekers mag de totale bela-
sting van alle luidsprekers niet meer be-
dragen dan 25 W
RMS
(PA-1120) resp.
50 W
RMS
(PA-1240) per PA-zone. Anders
wordt de versterker overbelast en even-
tueel beschadigd.
Bij aansluiting van laagohmige luidspre-
kers op de klemmen LOW IMP (28) mag
de totale impedantie niet hoger liggen
dan 4
Ω
.
5.2
Microfoons
Er kunnen maximaal drie microfoons op de ingan-
gen CH 1 tot CH 3 (39) aangesloten worden.
1) Bij aansluiting van een microfoon draait u de
overeenkomstige regelaar GAIN (41) helemaal
naar rechts in de stand “-50”.
2) Bij gebruik van een microfoon met fantoomvoe-
ding schakelt u met de betreffende toets PHAN-
TOM POWER (40) de 12 V-voeding in.
Opgelet! Bij aansluiting van de 12 V-voeding
mag op de betreffende ingangsjack (39) geen
ongebalanceerde microfoon aangesloten zijn,
omdat deze beschadigd zou kunnen worden.
3) Wenst u een microfoon voorrang te geven, plaats
dan de overeenkomstige DIP-schakelaar MIC
PRIORITY (44) in de stand ON.
Tips
1. Bij gebruik van de tafelmicrofoon PA-1120PTT
(figuur 3), sluit u de microfoon niet aan op de
ingang CH 1, omdat deze parallel is met de
ingang (42) voor PA-1120PTT.
2. Bij gebruik van de commandomicrofoon PA-
1120RC (figuur 4), sluit u de microfoon niet aan
op de ingang CH 2, omdat deze parallel is met de
ingang voor de PA-1120RC (via de bijbehorende
aansluitingsmodule).
5.2.1 Tafelmicrofoon PA-1120PTT
De tafelmicrofoon PA-1120PTT (figuur 3) die afzon-
derlijk als toebehoren verkrijgbaar is, is speciaal ont-
worpen voor deze versterker.
1) Sluit de microfoon aan op de jack P.T.T. REMOTE
(42). Maak hiervoor een 7-polige aansluitingska-
bel met de beide meegeleverde stekkers. De
aders voor het audiosignaal (pin 1 en 3) moeten
afgeschermd zijn. De kabel kan tot 30 m lang zijn.
2) Druk op de toets PHANTOM POWER (40) van de
ingang CH 1, en draai de overeenkomstige rege-
laar GAIN (41) helemaal naar rechts in de stand
“-50”.
Opmerking: De ingang CH 1 mag niet voor andere
ingangssignalen gebruikt worden, omdat deze met
de jack P.T.T. REMOTE parallelgeschakeld is.
5.2.2 Commandomicrofoon PA-1120RC
De commandomicrofoon PA-1120RC (figuur 4) die
afzonderlijk als toebehoren verkrijgbaar is, is spe-
ciaal ontworpen voor deze versterker. Bij korte ver-
bindingskabels kunt u maximaal 10 commando-
microfoons aansluiten, bij langere kabels (tot 100 m)
maximaal 3 microfoons. Voor gebruik van de com-
mandomicrofoon moet u eerst de aansluitingsmo-
dule, die met de microfoon meegeleverd werd, in de
versterker monteren. Dit mag enkel door een ge-
kwalificeerde vakman uitgevoerd worden!
Les siguientes micrófonos PA de MONACOR son
concebidos especialmente para este amplificador y
disponibles como accesorios separados:
PA-1120RC (esquema 4): si los cables de conexión
son cortos, es posible conectar 10 micrófonos como
máximo, para cables de 100 m como máximo,
3 micrófonos.
PA-1120PTT (esquema 3): se puede conectar un
micrófono de mesa a la toma P.T.T. REMOTE (42).
4 Instalación
El amplificador está provisto para una instalación en
un rack (482 mm/19") pero puede también ponerse
sobre de mesa. En todos los casos, vigilar en ase-
gurar una circulación de aire suficiente vía las rejil-
las de ventilación sin obstrucción para guarantizar
una refrigeración suficiente de los amplificadores de
potencia.
4.1
Instalación en rack
Para un montaje en rack se necesitan 3 unidades
(= 133 mm). Para evitar cualquier caída, el amplifi-
cador debe colocarse en la parte inferior del rack; el
panel delantero solamente no es suficiente para una
fijación segura; adicionalmente guías laterales o
una placa de base deben asegurar el amplificador.
El aire caliente desprendido lateralmente por el
amplificador debe ser evacuado del rack sin ob-
strucción, sino, hay acumulación de calor en el rack:
no sólo el amplificador pero también los otros apa-
ratos pueden ser dañados: si la evacuación de calor
no es suficiente, insertar en el rack un ventilador
suplementario encima del amplificador.
5 Conexiones
¡Todas las conexiones deberían efectuarse sola-
mente por personal cualificado y cuando el aparato
está apagado!
Antes de colocar un módulo en el compartimiento
(1), regular los dos conmutadores deslizantes
SW305 (2) y SW308 (3); después, serán de difícil
acceso. Si no hay ningún módulo instalado, des-
atornillar la tapa (1) para regular los conmutadores.
Reglaje de prioridad mediante SW305 (2), ver
también cap. 6 “Establecer la prioridad de las seña-
les de entrada”.
posición izquierda SLAVE (reglaje de fábrica)
la señal del módulo tiene prioridad 4 (más floja)
posición derecha PRI
la señal del módulo tiene prioridad 1
Sonido del gong con SW308
posición izquierda (reglaje de fábrica)
el gong se produce por 2 sonidos
posición derecha
el gong se produce por 4 sonidos
5.1
Altavoces
Es posible conectar altavoces 100 V por grupos
para cada zona a los bornes SPEAKER ZONES
(26) o un grupo de altavoces con una impedancia
total de 4
Ω
como mínimo a los bornes LOW IMP
(28). Vigilar en respetar la polaridad: conectar la
conexión positiva de los altavoces 100 V o del grupo
de altavoces de baja impedancia respectivamente
en el borne superior. La conexión positiva de los
cables de altavoces, está siempre marcada espe-
cialmente.
¡Atención! Para altavoces PA, la carga total por los
altavoces por zona de sonorización no
debe sobrepasar 25 W
RMS
(PA-1120) o
50 W
RMS
(PA-1240), sino, habrá una
sobrecarga del amplificador que podra
resultar dañado.
Si se conectan altavoces de baja impe-
dancia a los bornes LOM IMP (28), la
impedancia total de los altavoces no
debe ser inferior a 4
Ω
.
5.2
Micrófonos
Es posible de conectar 3 micrófonos como máximo
a las entradas CH 1 a CH 3 (39).
1) Cuando un micrófono es conectado, girar el
reglaje GAIN correspondiente (41) totalmente
hacia la derecha en la posición “-50”.
2) Si se utiliza un micrófono con alimentación phan-
tom, conectar la alimentación 12 V mediante la
tecla correspondiente PHANTOM POWER (40).
¡Atención! Si la alimentación 12 V está conec-
tada, no debe conectarse ningún micrófono
asimétrico a la toma de entrada correspondiente
(39), podría resultar dañado.
3) Si un micrófono debe tener prioridad, poner el
conmutador DIP correspondiente MIC PRIORITY
(44) en la posición ON.
Remarcas
1. Si el micrófono PA-1120PTT (esquema 3) se uti-
liza, la entrada CH 1 no debe ser utilizada ya que
está en paralelo con la entrada (42) concebida
para el PA-1120PTT.
2. Si el micrófono de aviso PA-1120RC (esquema
4) es utilizado, la entrada CH 2 no puede ser uti-
lizada ya que está en paralelo con la entrada
para el PA-1120RC (vía el módulo de conexión
correspondiente).
5.2.1 Micrófono de mesa PA-1120PTT
El micrófono de mesa PA-1120PTT (fig. 3) disponi-
ble en opción como accesorio separado está conce-
bido especialmente para este amplificador.
1) Conectar el micrófono a la toma P.T.T. REMOTE
(42). Fabricar un cable de conexión de 7 polos
con los dos conectores entregados. Los conduc-
tores para la señal audio (pin 1 y 3) deben ser
blindadas. La longitud del cable puede tener
30 m máx.
2) Pulsar la tecla PHANTOM POWER (40) de la
entrada CH 1 y girar el reglaje GAIN correspon-
diente (41) enteramente hacia la derecha en la
posición “-50”.
Remarca: ahora la entrada CH 1 no debe ser uti-
lizada para otras señales de entrada ya que está
conectada en paralelo con la toma P.T.T. REMOTE.
23
E
NL
B
Summary of Contents for PA-1120
Page 37: ...37 LAGEPLAN ...