90
6. Koelleidingwerk
6.4. Ontluchtingsprocedures en de lektest
6.5. Afvoerleidingwerk
• Zorg ervoor dat de afvoerleiding naar beneden loopt (met een helling van
tenminste 1/100), naar buiten (lozing). Monteer geen stankafsluiter of andere
onregelmatigheid in de leiding.
• Zorg ervoor dat kruiselings gemonteerde afvoerleiding niet langer is dan 20 m (het
hoogteverschil niet meegerekend). Voor lange afvoerleidingen moet u een
steunbeugel monteren om zakken van de leidingen te voorkomen. Monteer nooit
een ontluchtingspijp, omdat anders het afvalwater eruit kan komen.
• Gebruik een harde PVC-pijp VP-25 (buitendiameter ø32 mm) voor de
afvoerleidingen.
• Zorg ervoor dat de verzamelleidingen 10 cm lager dan de afvoeruitlaat van het
apparaat zijn gemonteerd.
• Monteer geen stankafsluiter op de afvoeruitlaatopening.
• Zorg ervoor dat u de uitlaat van de afvoerleiding zo monteert dat deze geen stank
veroorzaakt.
• Doe het uiteinde van de afvoerleiding niet in een afvoer waar zich ionische gassen
ontwikkelen.
[Fig. 6-5-1] (P.5)
Gegroepeerde leidingen
type PEAD-M·JA
[type PEAD-M·JA]
1. Steek de afvoerleiding (accessoire) in de afvoeruitlaat (insteekmarge: 25 mm).
(De afvoerleiding mag niet meer dan 45° worden verbogen om breken of
verstopping te voorkomen.)
(Bevestig de leiding met lijm en borg haar met de band (klein, accessoire).)
2. Bevestig de afvoerleiding (buitendiameter PVC-LEIDING PV-25 Buitendiameter
ø32, zelf aan te schaffen). (Bevestig de leiding met lijm en borg haar met de band
(klein, accessoire).)
3. Breng isolatiemateriaal aan op de afvoerleiding (buitendiameter PVC-LEIDING
PV-25 Buitendiameter ø32) en op de bus (inclusief kniestuk).
4. Controleer de afwatering. (Raadpleeg [Fig. 6-6])
5. Bevestig het isolatiemateriaal (accessoire) en borg haar met de band (groot,
accessoire) om de afvoeruitlaat te isoleren.
[Fig. 6-5-2] (P.5) *alleen op het type PEAD-M·JA
[type PEAD-M·JA]
1. Steek de afvoerleiding (accessoire) in de afvoeruitlaat.
(De afvoerleiding mag niet meer dan 45° worden verbogen om breken of
verstopping te voorkomen.)
Het verbindingsstuk tussen het binnenapparaat en de afwateringsslang kan bij
het onderhoud worden losgemaakt. Maak het onderdeel vast met het bijgeleverde
stuk band, niet plakkend.
2. Bevestig de afvoerleiding (buitendiameter PVC-LEIDING Buitendiameter ø32,
zelf aan te schaffen).
(Bevestig de buis met lijm in het geval van een harde PVC-buis, en zet deze vast
met het band (klein, accessoire).)
3. Breng isolatiemateriaal aan op de afvoerleiding (buitendiameter PVC-LEIDING
Buitendiameter ø32) en op de bus (inclusief kniestuk).
[Fig. 6-5-3] (P.5) *alleen op het type PEAD-M·JA
ONTLUCHTINGSPROCEDURES
Sluit de koelleidingen (zowel de vloeistof- als gasleidingen) tussen de binnen- en
buitenunit aan.
Verwijder de onderhoudsopeningdop van de stopklep aan de zijde van de
gasleiding van de buitenunit. (De stopklep werkt niet in de originele stand, zoals bij
het verlaten van de fabriek ingesteld (geheel gesloten met dop aangebracht).)
Sluit de meter spruitstukklep en de vacuümpomp op de onderhoudsopening van
de stopklep aan de zijde met de vloeistofleiding aan de buitenunit aan.
Start de vacuümpomp. (Trek vacuüm gedurende meer dan 15 minuten.)
Controleer het vacuüm met de meter spruitstukklep. Sluit vervolgens de meter
spruitstukklep en stop de vacuümpomp.
Wacht één of twee minuten. Controleer of de wijzer van de meter spruitstukklep in
dezelfde stand blijft. Controleer of de drukmeter -0,101 MPa (-760 mmHg) toont.
Nadat de koelleidingen zijn aangesloten en ontlucht, opent u alle afsluitkranen en
vloeistofleidingen.
Als de unit wordt gebruikt zonder dat de openingen geheel zijn geopend, kan dit de
werking verminderen en storingen veroorzaken.
*4 tot 5 slagen
Verwijder de meter spruitstukklep snel van de onderhoudsopening van de stopklep.
Leidinglengte:
maximaal 7 m.
U hoeft geen gas bij te vullen.
Leidinglengte meer dan 7 m.
Extra gas zoals vermeld vereist.
Zeshoekige
sleutel
*Openen
*Sluiten
Stopklep
Stopklep
Onderhoudsin
gang
Stopklep
Hendel
La
-0,101 MPa
(-760 mmHg)
Compounddrukmeter
(R32/R410A)
Drukmeter
(R32/R410A)
Inlaatklep drukmeter
(R32/R410A)
Hendel Hol (oben)
Aanvoerslang
(R32/R410A)
(of de
vacuümpomp met
terugstroompreve
ntie)
Aanvoerslang
(R32/R410A)
Adapter ter
voorkoming van
terugstromen
Venstertje
Vakuüm-
pompe
Draai de dop van de onderhoudsopening weer vast tot de originele stand.
Draai de dop weer vast.
Test op lekken.
Juiste gemonteerde leidingen
Onjuist gemonteerde leidingen
A
solatie (9 mm of dikker)
B
Naar beneden lopende helling (1/100 of groter)
C
Steunbeugel
K
Luchtuitlaat
L
Opstaand
M
Stankafsluiter
D
Buitendiameter PVC-LEIDING Buitendiameter ø32
E
Maak dit zo lang mogelijk. Ongeveer 10 cm.
F
Binnenapparaat
G
Maak de leidingen langer zodat deze kunnen worden gegroepeerd.
H
Naar beneden lopende helling (1/100 of groter)
I
Buitendiameter PVC-LEIDING Buitendiameter ø38 voor gegroepeerde leidingen.
(9 mm of dikkere isolatie)
J
Max. 700 mm
N
Afvoerleiding (accessoire)
O
Horizontaal of licht naar boven hellend
A
Binnenapparaat
B
Klemband (accessoire)
C
Zichtbaar deel
D
Insteekmarge
E
Afvoerleiding (accessoire)
F
Afvoerleiding (buitendiameter PVC-LEIDING Buitendiameter ø32, zelf aan te schaffen)
G
Isolatiemateriaal (zelf aan te schaffen)
H
Klemband (accessoire)
I
Er mag geen opening aanwezig zijn. Het koppelingsstuk van het isolatiemateriaal moet aan
de bovenkant zijn.
A
Binnenapparaat
B
Klemband (accessoire)
C
Band voor vastmaken van onderdelen
D
Insteekmarge
E
Afvoerleiding (accessoire)
F
Afvoerleiding (buitendiameter PVC-LEIDING Buitendiameter ø32, zelf aan te schaffen)
G
Isolatiemateriaal (zelf aan te schaffen)
KJ79H016H01.book 90 ページ 2017年2月21日 火曜日 午後5時45分