28
1-7. AFVOERVOORZIENINGEN VOOR BUITENUNIT
Leg alleen afvoervoorzieningen aan als er van één plaats wordt afgevoerd.
1) Breng de afvoervoorzieningen aan voordat u de verbindingsleiding tussen binnen- en bui-
tenunit aansluit.
2) Sluit de afvoerslang I.D.15 mm aan zoals wordt afgebeeld.
3) Zorg dat de afvoer omlaag loopt, zodat het afvoeren gemakkelijk gaat.
Opmerking:
Installeer de unit horizontaal.
Gebruik de afvoerbus niet in een koude omgeving. De afvoer kan dan bevriezen waardoor
de ventilator stopt.
Tijdens het verwarmen produceert de buitenunit condens. Selecteer de plaats van installatie
om ervoor te zorgen dat de buitenunit en/of de vloeren nat worden door afvoerwater of be-
schadigd raken door bevroren afvoerwater.
2. INSTALLEREN VAN DE BUITENUNIT
2-1. DRADEN VOOR BUITENUNIT AANSLUITEN
Verbindingskabel binnen- en buitenunit
<BUITENUNIT>
35 mm
15 mm
Draad
• Zorg ervoor dat u elke schroef op de overeenkomende aansluiting vastdraait wanneer
u de kabel en/of de draad op het aansluitblok vastmaakt.
• Maak de aardedraad iets langer dan de andere draden. (langer dan 35 mm)
• Geef de verbindingskabels wat extra lengte voor later onderhoud.
Aansluitblok
voor voedingsspanning
1) Verwijder het onderhoudspaneel.
2) Draai de aansluitschroef los en sluit verbindingskabel (B) tussen bin-
nen- en buitenunit vanaf de binnenunit correct aan op het aansluitblok.
Let op dat u de draden niet verkeerd aansluit. Maak de draad stevig
vast op het aansluitblok zodat de draadkern niet zichtbaar is en er
geen externe krachten op de aansluitingen van het blok komen te
staan.
3) Draai de aansluitschroeven goed vast zodat ze niet losraken. Trek na
het vastdraaien even licht aan de draden om te controleren of ze goed
vast zitten.
4) Voer 2) en 3) uit voor iedere binnenunit.
5) Sluit het netsnoer (A) aan.
6) Zet verbindingskabel (B) tussen binnen- en buitenunit en netsnoer (A)
vast met de kabelklemmen.
7) Sluit het onderhoudspaneel zorgvuldig. Let erop dat 3-2. DE LEIDIN-
GEN AANSLUITEN volledig wordt uitgevoerd.
• Zorg ervoor, nadat u netsnoer (A) en verbindingskabel (B) tussen
binnen- en buitenunit op elkaar hebt aangesloten, dat beide kabels
goed vastzitten met de kabelklemmen.
Aansluitblok
Aansluitblok
UNIT
UNIT
Aansluitblok voor
voedingsspanning
<BINNENUNIT>
VOEDINGS-
SPANNING
~/N 230 V 50 Hz
Afvoerbus
Afvoerslang
Onderhoudspaneel