33
9. Keuze luchtuitlaten
Met deze functie kunt u de lucht tegelijkertijd uit de bovenste en onderste luchtuitlaat
laten komen zodat de ruimte effectief gekoeld of verwarmd wordt. U stelt de functie in
met de schakelaar SWC op de adressenplaat.
SW14
0
SW11
0
SW12
0
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
ON
OFF
SW1
SW5
220V
240V
SWC
CN82
CN43
SWC
Fig. 9-1
SWC
SWC
Instelling om de lucht zowel uit de bovenste als de onderste lucht-
uitlaten te blazen:
s
Zet schakelaar SWC in de benedenstand (“ ”). (fabrieksinstelling)
De lucht blaast automatisch uit de bovenste en onderste luchtuitlaten, zoals getoond
in de onderstaande tabel.
Instelling om alleen lucht uit de bovenste luchtuitlaat te laten stro-
men:
s
Zet schakelaar SWC in de bovenstand (“
”).
Opmerking:
Let erop dat de netspanning uit staat als u omschakelt.
Beschrijving van de werking
Bedrijf
Bovenste en onderste luchtstroom
De temperatuur van de
ruimte en de ingestelde
temperatuur verschillen
van elkaar.
Bovenste luchtstroom
Kamertemperatuur is
dicht bij ingestelde tem-
peratuur of thermostaat
uit.
Alleen bovenste luchtstroom
—
Bovenste en onderste luchtstroom
(Normale situatie (bij
verwarmen))
Bovenste luchtstroom
Tijdens ontdooien,
opstarten of thermo-
staat uit.
Bovenste en onderste luchtstroom
—
KOELEN
DROGEN
VERWARMEN
VENTILEREN
Luchtstroom
Omstandigheden
• Zorg ervoor dat het gedeelte rond de instelklep van de onderste luchtuitlaat vrij van voorwerpen is.