54
INSPECTIE EN FUNCTIETESTS
• Controleer het instrument visueel op beschadiging
en slijtage.
• Snijranden moeten braamvrij en ononderbroken zijn.
• Bekken en tanden moeten goed passend sluiten.
• Beweegbare onderdelen moeten soepel bewegen,
zonder overmatige speling.
• Grendelmechanismen moeten goed sluiten en
gemakkelijk beweegbaar zijn.
• Lange, dunne instrumenten mogen niet verbogen of
misvormd zijn.
OPNIEUW MONTEREN NA REINIGING
Het instrument opnieuw monteren na reiniging:
1. Breng de gewenste dijstaaf in het geleidingsframe.
2. Plaats de schroef van de dijstaaf en draai deze vast
om de dijstaaf op zijn plaats te houden.
3. Schuif het geleidingsblok op het geleidingsframe,
bevestig het deksel op het geleidingsblok en maak
dit vast.
4. Draai de schroef van het geleidingsblok op zijn
plaats vast.
5. Breng zo nodig het booghulpstuk op het
geleidingsblok aan.
VERPAKKING
• Voor instrumenten die als set worden geleverd
kunnen de instrumententrays tijdens de sterilisatie
desgewenst als houders worden gebruikt.
• Verpak de trays/instrumenten in beschermend
wikkelmateriaal overeenkomstig de ter plaatse
geldende procedures, volgens standaard
wikkelmethodes, zoals de in de recentste revisie van
ANSI/AAMI ST79 beschreven methodes.