nl - Reinigings- en naspoelmiddelen
122
Vul naspoelmiddel bij totdat het middel
het met “max.” aangeduide niveau in de
trechter bereikt.
Sluit het voorraadreservoir.
Veeg eventueel gemorst naspoelmiddel
goed weg om bij het volgende programma
sterke schuimvorming te voorkomen.
Eventueel kunt u ook het programma
Koud
starten om daardoor gemorst naspoelmid-
del weg te spoelen.
Bijvulcontrole
Als het niveau in het voorraadreservoir voor
naspoelmiddel te laag is, wordt u verzocht
het doseerreservoir bij te vullen, bijvoor-
beeld:
Informatie
Naspoelmiddel in
reservoir deur
gieten.
OK
Bevestig de melding met
OK
en vul na-
spoelmiddel zoals beschreven bij.
Vul het doseertraject (zie hoofdstuk “Ma-
chinefuncties”)