63
ń
play weer naar de normale weergave terug.
Het symbool ‘Ex’ voor de extended-zoomfunctie blijft na de instelling in het
LC-display van de flitser aangegeven!
Let er op, dat door de bredere verlichting in de extended-zoomfunctie,
de reikwijdte van de flits kleiner wordt!
Uitschakelen van de extended-zoomfunctie
•
Druk zo vaak op de toetsencombinatie ‘Select’ (= toets ‘Mode’ + toets
‘Zoom’), dat in het LC-display ‘Ex’ verschijnt.
•
Druk zo vaak op de toets ‘Zoom’, dat in het LC-display ‘Off’ knippert.
•
De instelling treedt onmiddellijk in werking. Na ong. 5 s. schakelt het LC-dis-
play weer naar de normale weergave terug.
Het symbool ‘Ex’ voor de extended-zoomfunctie wordt dan niet meer in het
LC-display van de flitser aangegeven!
5.8 Autofocus-meetflits
Zodra er voor automatische scherpstelling te weinig licht is wordt door de
elektronica in de camera de autofocus-meetflits geactiveerd. De autofocus-
schijnwerper zendt daarbij een streeppatroon dato p het onderwerp wordt
geprojecteerd. Op dat streeppatroon kan de camera dan automatisch
scherpstellen. De reikwijdte van AF-meetflits bedraagt ong. 6 m ... 9 m (bij
standaardobjectief 1,7/50 mm). Vanwege de parallax tussen objectief en de
AF-schijnwerper bedraagt de dichtbijgrens van de AF-meetflits ong. 0,7 m
tot 1 m.
Om de AF-meetflits door de camera te laten activeren, moet op de ca-
mera de AF-functie ’Single-AF (S)’ ingesteld zijn (zie de gebruiksaan-
wijzing van de camera). Zoomobjectieven met een lage lichtsterkte
kunnen de reikwijdte van de AF-meetflits behoorlijk beperken!
Het streeppatroon van de AF-meetflits ondersteunt alleen de centrale
AF-meetsensor van de camera. Bij camera’s met meerdere AF-senso-
ren bevelen wij aan alleen het middelste AF-meetveld in de camera te
activeren (zie de gebruiksaanwijzing van de camera).
Als de fotograaf met de hand of de camera zelfstandig een gedecen-
☞
☞
treerde AF-sensor uitkiest, wordt de schijnwerper van de flitser voor
de AF-meetflits van de flitser niet geactiveerd.
Een enkele camera gebruikt in dat geval de in de camera ingebouw-
de schijnwerper voor de AF-meetflits (zie de gebruiksaanwijzing van
de camera).
5.9 Flitsen vooraf tegen het ‘rode ogen-effect’ (Red-Eye-Reduction)
Bij het ‘rode ogen-effect’ gaat het in principe om een fysiek effect. Dit effect
treedt altijd op als de te fotograferen persoon meer of minder recht de ca-
mera inkijkt, er relatief weinig omgevingslicht is en de flitser zich op of vlak
bij de camera bevindt. De flitser verlicht dan de achtergrond in de ogen. Het
met bloed gevulde netvlies wordt door de pupil heen zichtbaar en door de
camera als een rode vlek geregistreerd.
De functie ter vermindering van dit ‘rode ogen-effect (Red-Eye-Reduction)
brengt hier een duidelijke verbetering. Bij gebruik van deze functie zendt de
flitser voorafgaand aan de eigenlijke flitsbelichting drie zichtbaar zwakke
flitsen, gevolgd door de hoofdflits uit. Deze flitsen vooraf leiden ertoe, dat de
pupillen van de persoon wat meer sluiten waarmee het effect van de rode
ogen wordt verminderd.
De functie van het vooraf flitsen wordt op de camera ingesteld. De geacti-
veerde functie van vooraf flitsen wordt in het LC-display van de camera met
een overeenkomstig symbool aangegeven (zie de gebruiksaanwijzing van de
camera)! Op de flitser hoeft geen instelling te worden gedaan en verschijnt
er ook geen aanduiding.
De functie van het flitsen vooraf ter vermindering van het ‘rode ogen-effect’ is
alleen mogelijk met camera’s die deze functie ondersteunen (zie de gebruiks-
aanwijzing van de camera)!
Bij sommige camera’s ondersteunt de Red-Eye-Reduction alleen de in de
camera ingebouwde flitser, c.q. een extra schijnwerper in het camerahuis
(zie de gebruiksaanwijzing van de camera)!
Bij gebruik van de functie van vooraf flitsen is synchronisatie bij het dicht-
gaan van de sluiter (REAR) niet mogelijk!
Summary of Contents for MECABLITZ 54 AF-1 N
Page 45: ...45 ĸ ...
Page 67: ...67 ń ...
Page 89: ...89 ķ ...
Page 111: ...111 ƴ ...
Page 141: ...141 ...