6
4.
Bediening
Correcte laadpositie
1.
Plaats de krik op een harde vlakke ondergrond en zet deze loodrecht onder het te heffen
voertuig, zodat het zadel het gewicht stevig en centraal op zich neemt.
2.
Plaats de lift onder het voertuig, alleen op punten die door de fabrikant zijn aangegeven.
3.
Let op!
Ieder voertuig dient op een juiste manier opgekrikt te worden. Het is mogelijk dat de
fabrikant een adapter voorschrijft, lees daarom voor het krikken de handleiding van het
voertuig.
Voertuig heffen
1.
Pomp de lift omhoog met het voetpedaal (J) (zie afbeelding)
tot het zadel (C) in contact komt met het te heffen voertuig,
zet vervolgens de achterwielen vast door de rem vast te
zetten. Controleer ALTIJD of de lift goed onder het voertuig
gepositioneerd is ALVORENS u gaat heffen.
2.
Hef het voertuig tot de gewenste hoogte, wanneer u deze
heeft bereikt drukt u rustig het voetpedaal voor zakken (K) in
tot de lift in de vergrendeling zakt.
3.
Zet het voertuig nu vast met de spanbanden (8).
4.
Stabiliseer de lift met de stelschroeven (G).
Voertuig vastzetten
1.
Haak de spanband vast door de ogen (P) van
de motorfietslift (rode pijlen in afbeelding).
2.
Voer de band van onderen door de
bandsleuf.
3.
Trek de band aan tot deze strak om het
voertuig zit.
4.
Begin met ratelen, beweeg de ratelhendel
heen en weer, trek deze niet TE strak aan om
schade aan het voertuig te voorkomen.
5.
Wanneer de spanband vastzit, sluit dan de
ratelhendel tot deze vastklikt.
Voertuig los maken
1.
Om de spanband los te maken, trekt u de
vergrendelplaat in en opent de hendel
volledig.
2.
Open de ratel volledig.
3.
Trek nu aan de onderste band, houdt de
ratel vast.
LET OP! Kom NOOIT met uw handen/vingers bij de veer (1, afbeelding bovenaan pagina) wanneer
deze gerekt is, U kan dan bekneld raken!