36 NEDERLANDS
5.
Houd de beschermingen op hun plaats en in
goede staat.
6.
Houd de handgreep stevig vast.
7.
Houd uw handen uit de buurt van draaiende
onderdelen.
8.
Zorg ervoor dat de doorslijpschijf het werk-
stuk niet raakt alvorens het gereedschap in te
schakelen.
9.
Controleer vóór elk gebruik op wiebelen of
overmatige trillingen die door een verkeerd
aangebrachte of slecht gebalanceerde schijf
kunnen worden veroorzaakt.
10.
Verwijder ontvlambaar materiaal of brokstuk-
ken uit de werkomgeving. Zorg ervoor dat
niemand zich in de vonkenregen bevindt. Houd
een in goede staat verkerend brandblusappa-
raat gereed dicht bij de werkomgeving.
11.
Wanneer tijdens de werkzaamheid de
doorslijpschijf plotseling stopt, vreemde gelui-
den maakt of begint te trillen, schakel dan het
gereedschap onmiddellijk uit.
12.
Schakel het gereedschap altijd uit en wacht
totdat de doorslijpschijf volledig tot stilstand
is gekomen, alvorens het werkstuk te verwijde-
ren of vast te zetten, de bankschroef te bedie-
nen, de werkpositie of de hoek te veranderen,
of de doorslijpschijf te vervangen.
13.
Raak het werkstuk niet aan onmiddellijk na het
werken, aangezien het dan gloeiend heet is en
brandwonden kan veroorzaken.
14.
Berg de schijven uitsluitend op een droge
plaats op.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
OPSTELLEN
WAARSCHUWING:
Dit gereedschap pro-
duceert vonken tijdens het doorsnijden van een
werkstuk. Stel dit gereedschap niet op een plaats
op waar brandbare en/of explosieve materialen
kunnen worden ontstoken door een vonk vanaf
het gereedschap. Zorg er tevens voor dat derge-
lijk materiaal zich niet in de buurt van het gereed-
schap bevindt voordat u met de werkzaamheden
begint.
Het voetstuk bevestigen
Dit gereedschap moet met twee bouten in de boutgaten
van het voetstuk worden bevestigd op een horizontale
en stabiele ondergrond. Dit helpt voorkomen dat het
gereedschap kantelt of omvalt met kans op persoonlijk
letsel.
►
Fig.1:
1.
Boutgaten
2.
Voetstuk
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
Controleer altijd of het gereedschap
is uitgeschakeld en de stekker ervan uit het stop-
contact is verwijderd alvorens de functies op het
gereedschap te controleren of af te stellen.
De gereedschapskop vergrendelen/
ontgrendelen
De gereedschapskop kan worden vergrendeld.
Maak voor gebruik de vergrendelketting los van de
haak. Indien niet in gebruik of tijdens het dragen moet
de vergrendelketting altijd worden vastgemaakt aan de
haak.
M2402
►
Fig.2:
1.
Haak
2.
Vergrendelketting
M2403
►
Fig.3:
1.
Haak
2.
Vergrendelketting
De trekkerschakelaar gebruiken
WAARSCHUWING:
Controleer altijd, voor-
dat u de stekker in het stopcontact steekt, of de
trekkerschakelaar op de juiste manier schakelt en
weer terugkeert naar de uit-stand nadat deze is
losgelaten.
M2402
►
Fig.4:
1.
Vergrendelknop / uit-vergrendelknop
2.
Trekkerschakelaar
M2403
►
Fig.5:
1.
Vergrendelknop / uit-vergrendelknop
2.
Trekkerschakelaar
Voor een gereedschap met een
vergrendelknop
LET OP:
De schakelaar kan in de aan-stand
vergrendeld worden, hetgeen bij langdurig
gebruik comfortabeler werkt. Wees extra voor-
zichtig wanneer u de schakelaar in de aan-stand
vergrendelt en houd het gereedschap altijd stevig
vast.
Om het gereedschap te starten, knijpt u gewoon de
trekkerschakelaar in. Laat de trekkerschakelaar los
om het gereedschap te stoppen. Om het gereedschap
continu te laten werken, knijpt u de trekkerschakelaar
in, drukt u de vergrendelknop in en laat u daarna de
trekkerschakelaar los. Om een gereedschap dat continu
werkt te stoppen, knijpt u de trekkerschakelaar hele
-
maal in en laat u hem daarna los.
Summary of Contents for M2402
Page 2: ...1 2 Fig 1 2 1 Fig 2 2 1 Fig 3 1 2 Fig 4 1 2 Fig 5 1 2 3 Fig 6 1 2 Fig 7 2 ...
Page 3: ...1 2 1 2 Fig 8 1 B A Fig 9 1 Fig 10 1 Fig 11 1 2 Fig 12 1 2 3 4 5 6 7 Fig 13 1 Fig 14 3 ...
Page 4: ...1 Fig 15 3 2 1 Fig 16 1 Fig 17 4 3 2 1 Fig 18 Fig 19 1 3 2 4 Fig 20 1 Fig 21 Fig 22 4 ...
Page 5: ...Fig 23 1 Fig 24 1 Fig 25 5 ...
Page 73: ...73 ...
Page 74: ...74 ...
Page 75: ...75 ...