![background image](http://html.mh-extra.com/html/makita/df0300/df0300_instruction-manual_225480025.webp)
25 NEDERLANDS
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
Controleer altijd of het gereedschap
is uitgeschakeld en de stekker ervan uit het stop-
contact is verwijderd alvorens de functies op het
gereedschap te controleren of af te stellen.
De trekkerschakelaar gebruiken
►
Fig.1:
1.
Trekkerschakelaar
2.
Vergrendelknop
LET OP:
Controleer altijd, voordat u de stek-
ker in het stopcontact steekt, of de trekkerscha-
kelaar op de juiste manier schakelt en weer terug-
keert naar de uit-stand nadat deze is losgelaten.
LET OP:
De schakelaar kan worden vergren-
deld in de aan-stand ten behoeve van het gebrui-
kersgemak bij langdurig gebruik. Wees voorzich-
tig wanneer het gereedschap in de aan-stand is
vergrendeld en houd het gereedschap stevig vast.
Om het gereedschap te starten, knijpt u gewoon de
trekkerschakelaar in. Hoe harder u de trekkerscha-
kelaar inknijpt, hoe sneller het gereedschap draait.
Laat de trekkerschakelaar los om het gereedschap te
stoppen.
Om het gereedschap continu te laten werken, knijpt u
eerst de trekkerschakelaar in, drukt u daarna de ver-
grendelknop in, en laat u tenslotte de trekkerschakelaar
los. Om vanuit de vergrendelde stand het gereedschap
te stoppen, knijpt u de trekkerschakelaar helemaal in en
laat u deze vervolgens weer los.
De omkeerschakelaar bedienen
►
Fig.2:
1.
Omkeerschakelaar
LET OP:
Controleer altijd de draairichting
alvorens het gereedschap te starten.
LET OP:
Verander de stand van de omkeer-
schakelaar alleen nadat het gereedschap volledig
tot stilstand is gekomen.
Als u de draairichting
verandert terwijl het gereedschap nog draait, kan het
gereedschap beschadigd raken.
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen van de draairichting. Druk de omkeerscha-
kelaar in vanaf kant A voor de draairichting rechtsom, of
vanaf kant B voor de draairichting linksom.
Snelheidskeuze
►
Fig.3:
1.
Snelheidskeuzeknop
LET OP:
Zet de snelheidskeuzeknop altijd
volledig in de juiste stand.
Als u het gereedschap
gebruikt met de snelheidskeuzeknop halverwege
tussen de standen "1" en "2", kan het gereedschap
beschadigd worden.
LET OP:
Verander de instelling van de snel-
heidskeuzeknop niet terwijl het gereedschap
draait.
Dat kan het gereedschap beschadigen.
Stand van de
snelheids-
keuzeknop
Snelheid
Koppel
Toepassing
1
Laag
Hoog
Zware
belasting
2
Hoog
Laag
Lichte
belasting
Als u de snelheid wilt veranderen, schakelt u eerst het
gereedschap uit. Selecteer stand "2" voor een hoge
snelheid of stand "1" voor een lage snelheid met een
hoog koppel. Let op dat de snelheidskeuzeknop geheel
in de juiste stand is gezet voordat u gaat werken.
Als de snelheid van het gereedschap tijdens gebruik in
stand "2" sterk afneemt, zet u de knop in stand "1" en
begint u het gebruik opnieuw.
Het aandraaikoppel instellen
►
Fig.4:
1.
Instelring
2.
Koppelaanduiding
3.
markering
4.
Pijlteken
Door de instelring te draaien, kan het aandraaikoppel worden ingesteld op 21 niveaus. Lijn de koppelaanduiding uit met het pijlte
-
ken op het gereedschapshuis. Voor het minimumaandraaikoppel kiest u 1 en voor het maximumaandraaikoppel kiest u
.
De koppeling slipt door op de betreffende koppelniveaus bij de instellingen 1 tot en met 20. De koppeling werkt niet
op de instelling
.
Alvorens met het eigenlijke werk te beginnen, draait u eerst een testschroef in uw werkstuk of een stuk identiek
materiaal, om te bepalen welk aandraaikoppel het meest geschikt is voor een bepaalde toepassing.
Hieronder volgt een grove richtlijn voor de relatie tussen de schroefmaat en de koppelaanduiding.
Koppelaanduiding
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Kolomschroef
M4
M5
M6
Houtschroef
Zachthout
(bijv.
naaldhout)
–
ɸ
3,5 x 22
ɸ
4,1 x 38
–
Hardhout
(bijv.
meranti)
–
ɸ
3,5 x 22
ɸ
4,1 x 38
–