Werking van de omkeerschakelaar (Fig. 5)
LET OP:
• Controleer altijd de draairichting alvorens het
gereedschap te gebruiken.
• Verander de stand van de omkeerschakelaar alleen
nadat het gereedschap volledig tot stilstand is geko-
men. Indien u de draairichting verandert terwijl de
boor nog draait, kan het gereedschap beschadigd
raken.
• Zet de omkeerschakelaar altijd in de neutrale stand
wanneer u het gereedschap niet gebruikt.
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor
het veranderen van de draairichting. Druk de omkeer-
schakelaar in vanaf zijde A voor rechtse draairichting,
of vanaf zijde B voor linkse draairichting. Wanneer
deze schakelaar in de neutrale stand staat, kan de
trekschakelaar niet worden ingedrukt.
Installeren van het klemplaatje
(Los verkrijgbaar accessoire) (Fig. 6)
Installeer altijd het klemplaatje wanneer u accu’s
9100, 9102, 9102A gebruikt. Monteer het klemplaatje
door middel van de bijgeleverde schroef op het
gereedschap.
Bediening (Fig. 7 en 8)
Het juiste aandraaikoppel kan verschillen afhankelijk
van het soort en de maat van de schroef/bout, het
materiaal van het te bevestigen werkstuk, enz. De
verhouding tussen het aandraaikoppel en de vast-
draaitijd is aangegeven in Fig. 7 voor de standaard-
bout, en in Fig. 8 voor de bout met hoge trekvastheid.
Houd het gereedschap stevig vast en plaats de punt
van de schroefbit in de schroefkop. Oefen zoveel
kracht op het gereedschap uit als nodig is om de
schroefbit op z’n plaats te houden. Schakel vervol-
gens het gereedschap in om de werkzaamheden te
starten.
OPMERKING:
• Wanneer u schroef M8 of een schroef van een
kleinere maat aantrekt, dient u de druk op de
trekschakelaar voorzichtig aan te passen om bes-
chadiging van de schroef te voorkomen.
• Houd het gereedschap altijd haaks.
• Wanneer u de in de figuren aangegeven vastdraai-
tijden overschrijdt, kan de schroef doldraaien of de
schroefkop of de punt van de schroefbit beschadigd
worden. Het verdient daarom aanbeveling eerst een
proefje te nemen voor het vaststellen van de juiste
vastdraaitijd.
Het aandraaikoppel wordt beı¨nvloed door een groot
aantal verschillende faktoren, waaronder de vol-
gende.
Kontroleer na het vastdraaien altijd het aandraaikop-
pel met een momentsleutel.
1. Wanneer het batterijpak bijna leeg is, neemt het
voltage af en vermindert het aandraaikoppel.
2. Schroefbit of schroefdop
Gebruikt u niet de juiste maat dan heeft een
vermindering van de aandraaikoppel plaats.
3. Bout
• In geval het koppelcoefficient overeenkomt met
de boutklasse, hangt het juiste aandraaikoppel
af van de boutdiameter.
• In geval de boutdiameters gelijk zijn, hangt het
juiste aandraaikoppel af van het koppelcoeffi-
cient, de boutklasse en de boutlengte.
4. De manier van vasthouden van het gereedschap
en de positie waarin de schroef in het materiaal
vastgedraaid wordt, beinvloeden het koppel.
5. Bij lagere toerentallen wordt ook het aandraaikop-
pel kleiner.
ONDERHOUD
LET OP:
Controleer altijd of de machine is uitgeschakeld en de
accu is losgekoppeld vooraleer onderhoud uit te
voeren aan de machine.
Vervangen van koolborstels (Fig. 9 en 10)
Vervang de borstels wanneer ze tot aan de aange-
geven limiet zijn afgesleten. Beide koolborstels
dienen tegelijkertijd te worden vervangen.
Opdat het gereedschap veilig en betrouwbaar blijft,
dienen alle reparaties, onderhoud of afstellingen te
worden uitgevoerd bij een erkend Makita service
centrum.
24
6990D (Nl) (’100. 11. 9)