![Magnat Audio BLACK CORE FIVE Owner'S Manual/Warranty Document Download Page 18](http://html1.mh-extra.com/html/magnat-audio/black-core-five/black-core-five_owners-manual-warranty-document_3554115018.webp)
17
NL
Maak eerst de verbinding tussen de GND-klem en de versterker en de minpool en de accu. Een goede verbinding is van groot belang.
Verwijder vuil zorgvuldig van het aansluitingspunt van de accu. Een losse aansluiting kan storing, storend geluid of vervorming veroorzaken.
De versterkeraansl12 V wordt nu met een stroomkabel met geïntegreerde zekering met de plus-pool van de accu verbonden. De
zekering moet zich in de buurt van de accu bevinden, de kabel van de pluspool van de accu naar de zekering mag uit
veiligheidsoverwegingen niet langer zijn dan max. 60 cm. Plaats de zekering pas na afloop van alle installatiewerkzaamheden inclusief
luidsprekeraansluitingen.
Sluit nu de afstandsbedieningsleiding van de car hifi receiver aan op de besturingsbus REM van de versterker. Voor de verbinding tussen
de REMOTE-aansluiting van de versterker en het bedieningsapparaat is een kabel met een dwarsdoorsnede van 0,75 mm² voldoende.
4.2 AUDIOKABEL
Bij installatie van de audiokabel tussen de cinchuitgang van de autoradio en de cinchingang van de versterker in de auto dient er zo mogelijk
voor gezorgd te worden dat de audiokabel en de voedingskabel niet aan dezelfde kant van de auto worden gelegd. Het verdient de voorkeur
de kabels ruimtelijk gescheiden te installeren, d.w.z. de stroomkabel in de linkerkabelschacht en de audiokabel in de rechterkabelschacht
of omgekeerd. Hierdoor wordt beïnvloeding van het audiosignaal door stroomstoringen voorkomen.
4.3 LUIDSPREKERAANSLUITINGEN
·
In de normale gebruiksmodus (d.w.z. één luidspreker op ieder versterkerkanaal) bedraagt de minimale afsluitweerstand 2 Ohm per
kanaal.
·
Bij brugschakeling (twee versterkeruitgangen aangesloten op dezelfde luidspreker) wordt de minimale afsluitweerstand verdubbeld
tot 4 Ohm.
·
Sluit de minklemmen van de luidsprekers nooit aan op het voertuigchassis.
·
Verbind de +12 V-voedingsspanning nooit met een luidsprekeruitgang. Dit veroorzaakt schade aan de eindtrap van de versterker.
·
In de brugmodus sluit u de luidsprekers aan zoals beschreven in afbeelding 5.
·
Kanaal 5 mag nooit samen met de uitgangen van de kanalen 1 tot 4 worden geschakeld.
Als de versterker met lagere afsluitwaarden dan de bovengenoemde of onjuist wordt gebruikt, kan dit tot gevolg hebben dat
zowel de versterker zelf als de luidspreker beschadigd raken. In dit geval komt de garantie te vervallen.
5. BEDIENINGSLEMENTEN EN IN-/UITGANGEN
5.1 INSTELLING VAN DE INGANGSGEVOELIGHEID
De ingangsgevoeligheid kan via iedere autoradio of cassetterecorder worden aangepast. Draai de volumeregelaar van uw radio in de
middelste stand en stel vervolgens de ingangsniveauregelaars (4), (6) en (10) zo in dat het volume een gemiddelde waarde heeft. Bij deze
instelling zijn een voldoende vermogensreserve en een optimale signaal/ruisverhouding normaalgesproken gewaarborgd.
NB: Laat harde testsignalen niet te lang weergeven om beschadiging van de luidsprekers te voorkomen.
5.2 HOOGDOORLAATFILTER MET REGELBARE SCHEIDINGSFREQUENTIE
De kanalen 1 t/m 4 van de versterker kunnen als versterker voor satellietluidsprekers (midden-hogetonenluidsprekers) worden gebruikt.
Voor kanaal 3 en 4 zet u schakelaar (1) op “HP”. Stel met de regelaars (3) en (5) de gewenste scheidingsfrequentie in.Alleen de frequenties
die hoger zijn dan de ingestelde scheidingsfrequentie worden dan versterkt. Hierdoor kan de vervorming door een te grote conusuitslag
bij lage frequenties in combinatie met kleine satellietluidsprekers effectief tot een minimum worden beperkt zonder dat de sterkte van de
lage tonen wordt verminderd.
5.3 LAAGDOORLAATFILTER MET REGELBARE SCHEIDINGSFREQUENTIE
De kanalen 3 t/m 5 kunnen als versterker voor subwoofers worden gebruikt. Voor kanaal 3 en 4 zet u schakelaar (1) in de stand “BP“ en
de regelaar (3) op de positie “15Hz”. Stel met de regelaars (2) en (12) de gewenste scheidingsfrequentie in. Hiermee kan het filter worden
aangepast aan de klankeigenschappen van de gebruikte lagetonenluidspreker. De grote flanksteilheid van het filter zorgt voor een precieze
verlaging van het midden- en hoge frequentiegebied.
5.4 BANDPASSFUNCTIE VOOR KANAAL 3 EN 4
Met behulp van het in kanaal 3 en 4 ingebouwde filter kan een bandpass gerealiseerd worden. Daartoe moeten het hoog- en het
laagdoorlaatfilter tegelijkertijd worden ingeschakeld. Deze functie wordt gebruikt bij het opbouwen van een actief 3-wegsysteem (zie ook
afbeelding 2 in de bijlage). De schakelaar (1) moet hierbij op “BP“ staan. Met regelaar (3) kan vervolgens de onderste grensfrequentie en
met regelaar (2) de bovenste grensfrequentie van de bandpass worden ingesteld.
5.5 BAS-BOOST (KANAAL 5)
Met behulp van de bas-boost-functie (11) wordt een opduw of correctie van de onderste basfrequenties bereikt.
5.6 INTERNE OPERATIONELE VERSTERKER
De interne operationele versterker produceert een somsignaal uit
a) CH1 en CH2:
Schakelaar (1) op positie “2CH” of
b) CH1 – CH4:
Schakelaar (1) op positie “4CH” of
c) CH5/1 en CH5/2:
Schakelaar (1) op positie “5/6CH”
voor aansturing van kanaal 5.
Wordt een autoradio met aparte subwooferuitgang gebruikt, dan wordt de schakelaar (1) op “5/6CH” gezet en de subwooferuitgang van
de autoradio aangesloten op een van de twee Cinch-bussen (7).
NL
130.com.ua
Autogood products Internet store “130”
Summary of Contents for BLACK CORE FIVE
Page 48: ...47 1 130 com ua Autogood products Internet store 130 ...
Page 49: ...48 2 130 com ua Autogood products Internet store 130 ...
Page 50: ...49 3 130 com ua Autogood products Internet store 130 ...
Page 51: ...50 4 130 com ua Autogood products Internet store 130 ...
Page 52: ...51 5 130 com ua Autogood products Internet store 130 ...
Page 53: ...52 6 130 com ua Autogood products Internet store 130 ...
Page 54: ...53 130 com ua Autogood products Internet store 130 ...