1. Verwijder deksel
2. Batterij plaatsen (9V, niet inbegrepen). Sluit het deksel.
3. Zet de set aan met het stelwiel.
4. De LED-indicator (klein rood lampje) zal onmiddellijk branden.
Zorg ervoor dat er geen metalen delen of spanningvoerende
delen in de buurt zijn. Draai aan het wiel totdat het indica-
tielampje uitgaat. Nu is de set klaar voor gebruik.
5. Als de lichtindicator niet aangaat of niet uitgaat (nadat de set
is ingeschakeld) kan de set van binnenuit afgesteld. Om dit te
doen, past u het blauwe wiel aan (na ingeschakeld) met een
halve slag en draai de potmeter in het midden van de set met
een kleine schroevendraaier (of paperclip) langzaam, totdat
de indicator uit- of aangaat. Als de LED continu knippert
(zonder spanningvoerend voorwerp in de buurt) pas de
potentiometer het verst van de batterijteller, met de klok
mee totdat de LED net stopt met pulseren. Test vervolgens
om er zeker van te zijn dat de LED zal pulseren wanneer de set
ongeveer 5 tot 8cm van een bekende wisselspanningsbron
wordt gehouden, zoals weergegeven in stap 6. Stel de
potentiometer extra af indien nodig.
6. Houd de detector vast zoals getoond in de afbeelding en
beweeg het langs de muur. Grotere metalen onderdelen
(leidingen, waterbuizen) worden aangegeven tot een afstand
van 9 cm. De LED zal constant branden en de zoemer piept
terwijl metaal wordt gedetecteerd.
7. AC-spanningvoerende delen (niet afgeschermde geleiders,
of die in een metalen leiding of pijp) worden getoond, met
een knipperend lampje en pieptonen. De indicator zal van een
grotere afstand oplichten als de stroom loopt.
8. Om het apparaat uit te schakelen, draait u het stelwiel zo
ver mogelijk omhoog totdat deze klikt.
9. Neem de regels van de elektrotechniek in acht!
Technische wijzigingen voorbehouden.
4
NL
Gebruiksaanwijzing