4
NL
Handleiding
Let op
Draag persoonlijke beschermingsmiddelen en
altijd een veiligheidsbril.
4.2 Uitleg van het toepassingsbereik
Snij geen kabels/geleiders met speciale versterking
(bijv. putkabels, zelfdragende bovenleidingen, zeekabels
enz.).
De kabelschaar kan worden gebruikt binnen het tempera-
tuurbereik van -20 °C tot +40 °C binnen en buiten.
4.3 Opmerkingen met betrekking tot alter-
natieve middelen om vast te stellen of
leidingen onder stroom staan
Als de kabel of geïsoleerde leiding duidelijk kan worden
nagetrokken van het uitschakelpunt tot het snijpunt, bijv.
door middel van kabelkaarten, markeringen, kabelopspo-
ringsapparatuur en andere middelen, is het niet verplicht
om de leiding bij de werkplek te controleren als de span-
ningsvrije status positief is vastgesteld bij het uitschakel-
punt.
De spanningsvrije staat bij de werklocatie moet met alle
polen worden vastgesteld. Geschikte apparaten voor het
vaststellen van een spanningsvrije staat zijn spannings-
testers.
In het geval dat het niet mogelijk is om duidelijk de span-
ningsvrije kabel of geïsoleerde leiding vast te stellen,
moet de spanningsvrije status worden vastgesteld met
behulp van deze kabelschaar.
4.4 Aanwijzingen voor servicebeurten en
onderhoud
De kabelschaar moet na elk gebruik in overeenstemming
met DIN VDE 0105 deel 100 § 5.2 worden schoonge-
maakt en gedroogd en er moet voor een droge staat wor-
den gezorgd voordat de schaar wordt opgeborgen.
Na elk gebruik moet de schaar op duidelijke onvolkomen-
heden worden gecontroleerd. Speciale aandacht dient te
worden gegeven aan de geïsoleerde slang (Pos. nr. 9).
De snelkoppeling (Pos. nr. 3) op de geïsoleerde slang
moeten ook op schade worden gecontroleerd. Binnen de
omvang van de inspectie moeten de bladen (Pos. nr. 12)
gecontroleerd worden op ontoelaatbare veranderingen.
4.5 Cycli voor olie verversen
Het verdient aanbeveling om de pomp met regelmatige
tussenpozen door een specialist te laten onderhouden
om een technisch goede staat vóór het gebruik te ver-
zekeren.
In het algemeen moeten de snijkop (Pos. nr. 11), de geï-
soleerde slang (Pos. nr. 9) en de pomp met elkaar verbon-
den zijn wanneer de olie wordt gecontroleerd of ververst.
Tabel 3 Onderhoudsschema
Wat
Wanneer
Wie
Schoonmaken
na elk
gebruik
Onderhouds-
personeel
Evt. olielekkages
controleren
wekelijks
Onderhouds-
personeel
Hogedrukslang
controleren
wekelijks
Specialist
Hydraulische olie
verversen
om de 2
jaar
Fabrikant/ASC
De hydraulische olie moet na twee jaar volledig worden
ververst. Het verversen van de olie moet door de fabri-
kant worden gedaan. Het verversen van de olie moet wor-
den gedocumenteerd.
Let op
Hydraulische oliën kunnen huiduitslag (eczeem)
of andere gevaren voor de gezondheid veroor-
zaken. Vermijd langdurige aanraking met de
huid. Was uw handen zorgvuldig na elk contact.
Let op
Gemorste hydraulische olie moet onmiddellijk
geabsorbeerd worden.
4.6 Verwijzing met betrekking tot welke
(reserve-) onderdelen door de klant
vervangen kunnen worden.
Binnen het vastgestelde gebruik van de kabelschaar mag
de klant alleen de bladen (Pos. nr. 12) vervangen.
Let op
De afdichtingen van de kabelschaar niet vernie-
tigen!
Probeer het gereedschap niet zelf te repareren en verwi-
jder geen onderdelen zoals schroeven en andere com-
ponenten.
4.7 Opslag en vervoer van de kabelschaar
De kabelschaar moet altijd in de bijbehorende koff er wor-
den vervoerd om schade tijdens transport te voorkomen.
Aandacht moet wordt gegeven aan het feit dat de geïso-
leerde slang (Pos. nr. 9) op de juiste wijze is opgerold om
een extreme buigradius (min. 38 mm) te voorkomen.
5. Problemen opsporen en oplossen
De hydraulische kabelschaar heeft fundamenteel geen
problemen. Mochten er zich desondanks toch problemen
voordoen met de kabelschaar, breng hem dan terug naar
de fabrikant of neem contact op met de fabrikant voor ad-
vies.
Hieronder volgt een lijst met mogelijke fouten en de op-
lossing ervoor:
De snijcyclus kan niet op de juiste wijze beëindigd wor-
den.
=> Stel onmiddellijk de netleverancier of het controlebu-
reau op de hoogte. In het geval dat moet worden aange-
nomen dat de bladen al een insnijding in de kabel hebben
gemaakt, moet speciaal worden opgepast.
Er is onmiddellijk actie nodig om de werklocatie af te zet-
ten om onmiddellijk gevaar voor personeel in de buurt te
vermijden.
De kabel moet gecontroleerd worden met geschikte mee-
tapparatuur door een elektricien om de spanningsstatus
vast te stellen. Alleen wanneer de spanningsvrije staat
van de kabel absoluut is vastgesteld, kunt u de snijkop
naderen.
De snijkop (Pos. nr. 11) is tijdens de snijcyclus be-
schadigd.
=> In het geval dat de snijcyclus afgemaakt kon worden
ondanks de schade, moet de snijkop naar de fabrikant
worden teruggestuurd voor een schaderapport en repa-
ratie.
copy
HE.13414_C © 11/2009
ESSGxxxL