52
oNdERhoUd EN REINIGING
pRoBLEEmopLoSSING
Uw STaafmIxER GEBRUIKEN
Richtlijnen voor de snelheidsinstelling
De staafmixer met 9 snelheden start altijd op de laagste snelheid (snelheid 1).
Verhoog de snelheid naar behoefte, de snelheidsregelaar zal oplichten met
het overeenkomstige nummer voor iedere snelheid.
opmERKING: Gebruik de kneedhaken om brooddeeg te mixen en kneden.
De Turbokloppers zijn niet geschikt voor dat doel.
Snelheid hulpstuk
Beschrijving
1
Om langzaam te roeren, te mengen en alle
mixmethoden te beginnen. Gebruik deze
snelheid om noten, chocoladeschilfers,
geraspte kaas, uitjes, olijven en andere
ingrediënten in brokken toe te voegen.
2
Mix bloem en andere droge ingrediënten met
vloeistoffen of andere vochtige mengsels.
Kneed gistdeeg (brood, pizzadeeg)
met de kneedhaken.
3
Mix lopend beslag, zoals pannenkoeken-
of wafelbeslag.
4
Meng zware mengsels, zoals koekjes-
of biscuitdeeg.
5
Mix vaster deeg, zoals muffin- of cakebeslag.
Pureer aardappelen of pompoen.
6
Meng boter en suiker. Mix glazuur.
7
Werk het mixen van cakebeslag
en andere beslagen af.
8
Klop room en mousses.
Mix vloeibare bereidingen (milkshakes,
sauzen) en emulgeer sladressings.
9
Klop eiwitten en meringuemengelingen.
Mix vloeibare bereidingen (milkshakes,
sauzen) en emulgeer sladressings.
W10466753B_05_NL.indd 52
4/10/13 3:13 PM