Gebruikershandleiding KEMPER MiniFil -
NL
- 117 -
Technische wijzigingen en vergissingen voorbehouden.
5.2 Bedieningsinstrumenten
Aan de voorzijde van de MiniFil bevinden zich bedieningselementen en
aansluitingen:
-
Schakelaar I / 0 / Auto (pos. 1)
Met deze schakelaar wordt de bedrijfsmodus van het toestel ingesteld.
Pos. I: De groene led in de schakelaar brandt en het apparaat is
langdurig ingeschakeld in het zog. handmatige bedrijf.
Pos. 0: Het apparaat is uitgeschakeld.
Pos. Auto: De groene led in de schakelaar knippert en het apparaat is klaar
voor bedrijf.
Zodra de sensor (afb. 4) stroom detecteert in de massakabel, start
het apparaat en stopt het pas na het einde
van het lasproces en een korte nalooptijd.
-
Toerentalregelaar (pos. 2)
Als de regelaar met de klok mee wordt gedraaid, wordt het toerental
van de turbines verhoogd.
-
Onderhoudsbus (pos. 3)
Aansluitingsmogelijkheid voor de KEMPER-Service. Door deze interface
kan KEMPER service instellingen aan het toestel uitvoeren.
-
Signaallampen (pos. 4)
Het gele signaallampje toont een storing resp. een fout van het toestel. Deze
fouten worden voor een optische weergave met verschillende knippercodes
weergegeven.
Het signaallampje knippert 1x kort na elkaar in regelmatige intervallen:
-
Er moet een onderhoudsbeurt worden uitgevoerd. Neem contact op
met de service van KEMPER.
De signaallamp knippert 2x kort na elkaar met regelmatige
tussenpozen:
- De afzuigcapaciteit is te laag. Controleer de afzuigmond en de
zuigslang op verstopping/knikken of vervang het hoofdfilter/filter voor
zwevende deeltjes.
De signaallamp knippert 3x kort na elkaar met regelmatige
tussenpozen:
-
De temperatuur in de turbinebehuizing van de MiniFil is te hoog.
Neem contact op met de service van KEMPER.