– 3
–
Hogedrukslang met beschadigde
schroefdraad niet meer gebruiken.
–
Leg de hogedrukslang zodanig dat er
niet kan worden overgereden.
–
Gebruik een slang die belast is door
overrijden, knikken, botsen niet meer,
ook als geen beschadiging zichtbaar is.
–
Bewaar de hogedrukslang zodanig dat
geen mechanische belastingen optre-
den.
–
Maximaal koppel van de aansluit-
schroefverbindingen van de hogedruk-
slang 20 Nm.
Beveiligingselementen dienen ter bescher-
ming van de gebruiker en mogen niet bui-
ten gebruik gesteld worden of in de functie
omgaan worden.
Die verhindert onbedoeld starten van het
apparaat. Bij werkonderbrekingen of bij het
beëindigen van de werking uitschakelen.
De veiligheidspal aan het handsproeipi-
stool verhindert onbedoeld inschakelen
van het handsproeipistool.
– Alleen bij variant Classic
– Wanneer het handspuitpistool gesloten
wordt, gaat het overstroomventiel open
en stroomt de volledige waterhoeveel-
heid terug naar de zuigzijde van de
pomp.
Overstroomklep is in de fabriek ingesteld
en verzegeld. Instelling uitsluitend door de
klantendienst.
– Alleen bij variant Advanced
– Wanneer het handspuitpistool gesloten
wordt, gaat het overstroomventiel open
en stroomt de volledige waterhoeveel-
heid terug naar de zuigzijde van de
pomp.
– Als het handspuitpistool wordt gesloten,
wordt de waterdruk in de hogedruk-
slang verlaagd. Daardoor daalt de wer-
kingskracht van het handspuitpistool en
wordt de levensduur van het apparaat
verhoogd.
Overstroomklep is in de fabriek ingesteld
en verzegeld. Instelling uitsluitend door de
klantendienst.
De veiligheidsklep gaat open als de over-
stroomklep defect is.
De veiligheidsklep is in de fabriek ingesteld
en verzegeld. Instelling uitsluitend door de
klantendienst.
De watertekortbeveiliging schakelt de mo-
tor bij onvoldoende watervoorziening (wa-
terdruk te laag) uit.
Het controlelampje Watertekort brandt.
Het thermoventiel beschermt de hogedruk-
pomp tegen ontoelaatbare verwarming in
het circulatiebedrijf als de handspuitpistool
gesloten is.
Het thermoventiel gaat open bij een over-
schrijding van de maximum toegelaten wa-
tertemperatuur van 80 °C en leidt het hete
water naar buiten.
De motorveiligheidsschakelaar onder-
breekt het stroomcircuit als de motor over-
belast is.
GEVAAR
Verwondingsgevaar! Apparaat, toevoerlei-
dingen, hogedrukslang en aansluitingen
moeten in een perfecte toestand zijn. Als
dat niet het geval is, mag het apparaat niet
worden gebruikt.
Veiligheidsinrichtingen
Apparaatschakelaar
Veiligheidspal
Overstroomklep
Overstroomklep met drukontlasting
Veiligheidsklep
Watertekortbeveiliging
Thermoventiel
Motorveiligheidsschakelaar
Inbedrijfstelling
52
NL