53
NEDERLANDS
4.7 Gevaar van oververhitting
De haard mag nooit zo gebruikt worden dat er
oververhitting ontstaat.
Oververhitting treedt op als de haard te veel brandstof bevat
en/of de luchtopening te ver openstaat zodat er te veel hitte
wordt ontwikkeld. Een duidelijk teken van oververhitting is dat
er onderdelen van de haard rood gloeien. Als dat gebeurt, moet
u de luchtopening direct verkleinen.
Vraag om professioneel advies als u vermoedt dat er geen
goede trek in de schoorsteen zit
(te veel of te weinig trek). Voor
meer informatie, zie
«4.0 Installatie» (Schoorsteen en kachelpijp).
5.0 Dagelijks gebruik
Geur bij eerste gebruik van de haard
Als de haard voor de eerste keer wordt gebruikt, kan irriterend
gas vrijkomen dat onaangenaam kan ruiken. Dit gebeurt omdat
de verf opdroogt. Het gas is niet giftig, maar toch is het beter
om de ruimte goed te ventileren. Stook het vuur fl ink op totdat
alle sporen van gas zijn verdwenen en geen rook of geuren
meer zijn waar te nemen.
5.1 Bediening
Brandadvies
NB:
Blokken hout die buiten of in een koude ruimte zijn
opgeslagen moeten 24 uur voor gebruik naar binnen worden
gehaald zodat ze op kamertemperatuur kunnen komen.
Er zijn verschillende manieren waarop in de kachel gestookt
kan worden, maar het is belangrijk dat u altijd voorzichtig bent
met het materiaal dat u in de kachel stopt. Zie het hoofdstuk
“Houtkwaliteit”
.
Houtkwaliteit
Met kwaliteitshout bedoelen we de meest bekende soorten hout zoals
berk, spar en den.
De blokken moeten goed worden gedroogd zodat er niet meer dan 20%
vocht in zit.
Om dit te bereiken moet het hout aan het einde van de winter
worden gehakt. De blokken moeten worden gekloofd en
dusdanig worden gestapeld dat er voldoende ventilatie is. De
houtstapel moet worden afgedekt om de blokken tegen regen
te beschermen. De blokken moeten begin herfst naar binnen
worden gehaald en worden gestapeld/opgeslagen voor gebruik
in de komende winter.
Let er goed op dat u de volgende materialen nooit als brandstof voor
uw haard gebruikt:
• Huishoudelijk afval, plastic tassen, enz.
• Geverfd of geïmpregneerd hout (dat is uiterst giftig).
• Gelamineerde houten planken.
• Drijfhout
Deze kunnen schade toebrengen aan het product en zijn ook
vervuilend.
NB: Gebruik nooit benzine, paraffine, methylalcohol of dergelijke
vloeistoffen om het vuur aan te steken. Dit kan leiden tot ernstig
persoonlijk letsel en schade aan het product.
Houtverbruik
Houtverbruik met nominale warmteafgifte: ca.
1,6 kg/u
. Een
andere belangrijke factor voor het juiste brandstofverbruik is
dat de blokken van het juiste formaat zijn. De blokken moeten
het volgende formaat hebben:
Aanmaakhout:
Lengte: 23 - 33 cm
Diameter: 2 - 5 cm
Hoeveelheid per vuur: 6 - 8 stuks
Dagelijks gebruik
Brandhout (gehakte blokken):
Lengte: 23 - 33 cm
Diameter: Ongeveer 8 cm
Intervallen voor het aanvullen
van het hout: ongeveer iedere 45 minuten
Grootte van het vuur: 1,2 kg
Hoeveelheid per lading: 2 stuks
De nominale warmteafgifte en effi ciëntie zijn gebaseerd
op verwarming met 1,15 kg beuk (2 houtblokken). De
ventilatieopening werd 24 mm uitgetrokken.
De nominale warmteafgifte wordt bereikt wanneer de
ventilatieopening ongeveer 60 % is geopend.
Maximum gebruik
Max. lading hout: 2,9 kg/h, max. 3 stukken, 2,2 kg per vulling.
5.2 De as verwijderen
De Jøtul F 162 / F 163 beschikken over een aslade waarmee
de as eenvoudig verwijderd kan worden.
Fig. 8