52
Fig. 6b
8. Verwijdert de verwijderbare platen
(fi g. 6b A)
.
9. Sluit de rookgasaansluiting
(fi g. 6a A)
aan de binnenzijde van
de verbrandingskamer waar de afdekplaat was.
10. Plaats de afdekplaat
(fi g. 6a B)
waar de rookgasaansluiting
was.
11. Plaats de rookgasomleidingsplaten
(fig. 4 B)
en de
vlamkeerplaar terug
(fi g. 4 A)
.
4.7 Controle van de bedieningselementen
Controleer na de plaatsing van het product altijd de
bedieningselementen. Deze moeten gemakkelijk beweegbaar
zijn en naar behoren functioneren.
De Jøtul F 162 en F 163 zijn voorzien van de volgende
bedieningselementen:
Ontstekingsopening/ventilatieopening
Ontsteking
Fig. 7a
• Open de luchtopening en de ontstekingsopening door de
hendels volledig uit te trekken. (Gebruik een handschoen of
iets dergelijks om uw hand te beschermen als de hendels
warm zijn.)
• Plaats twee blokken op de bodem van de verbrandingskamer
en stapel het aanmaakhout hier in lagen op.
• Plaats tenslotte een middelgroot blok op deze stapel.
• Plaats 2 of 3 briketten of aanmaakblokken onder de
bovenste laag aanmaakhout en steek het vuur aan.
Verwarming
Fig. 7b
• Schuif de ontstekings-/ventilatieopening
(fi g. 7 B)
zo’n 24 mm
uit als het hout goed brandt.
• Sluit de deur.
• Daarna kunt u de verbranding reguleren en met behulp
van de luchtopening voor meer of minder warmte zorgen
.
• Controleer of de naverbranding (secundaire verbranding)
goed op gang komt. Dat is het geval als er gele, fl ikkerende
vlammen voor de gaten onder het schot op gang komen.
• Als de luchtstroom normaal is, kunt u de deur sluiten en zal
het vuur automatisch branden.
Houtblokken toevoegen
Stook de kachel regelmatig op, maar gebruik alleen kleine
hoeveelheden brandstof tegelijk. Als de kachel te vol is, kan de
hitte voor extreme druk in de schoorsteen zorgen. Voeg altijd
met mate brandstof bij. Vermijd smeulend vuur omdat dit het
meest vervuilend is. Het vuur is het beste als het goed brandt
en de rook uit de schoorsteen nauwelijks zichtbaar is.
NEDERLANDS