4
DE BOOT OPPOMPEN
BEDIENINGSINSTRUCTIE
De peddels monteren
Voorbereiding vóór het vertrek
Verkrijg de nodige informatie en informeer andere passagiers:
1. Zoek informatie over lokale wetten, reguleringen en gevaren die aan wateractiviteiten en
bootbesturing zijn verwant.
2. Controleer de weersvoorspelling, lokale stromingen, getijden en windcondities.
3. Laat iemand aan land weten wanneer u van plan bent terug te zijn.
4. Leg aan alle passagiers de basis-bootbediening uit.
5. Zorg dat in geval van nood minstens één van uw passagiers de boot kan besturen.
6.Leer hoe de afstand die u kunt dekken, te bepalen en onthoud dat slechte
weersomstandigheden dit kunnen veranderen.
Controleer de gebruiksconditie van de boot en apparatuur
Schroef het koppelstuk met het vooras en plaats daarna vanuit de binnenkant
van de boot de achteras in de draaidol. Verbind ze door het koppelstuk op de
achteras te schroeven. Het koppelstuk wordt daarna aan de binnenkant van de
draaidol geplaatst om te voorkomen dat de peddel het water inglijdt.
1. Controleer de opblaasbare druk.
2. Controleer alle veiligheidskleppen.
3. Controleer of de lading evenredig op het dek van de boot is verdeeld: van voor naar
achteren en van zijkant naar zijkant.
4. Alleen motoren van minder dan 2,5 pk zijn aanbevolen voor deze boot.
Controleer of de vereiste veiligheidsapparatuur aan boord is
(controleer de wetten en reguleringen van het land of locatie
waar u gaat varen)
1. Voor elk persoon één persoonlijk drijfvest (PFD).
2. De luchtpomp, peddels, reparatiekit en gereedschapskit.
3. De verplichte apparatuur.
4. De bootpapieren en uw vaarbewijs (indien van toepassing).
5. Lichten zijn vereist als u na het donker wilt varen.
73
CBIII-14-NL(V1)
74
CBIII-14-NL(V1)