AFSTELLINGEN 3
NL-9
3.4 REMMEN _________________________________________________________________
Na vervanging of onderhoud van de remconstructie moeten
de remmen worden bijgesteld. Dit geldt ook wanneer de
pedaalweg te lang is geworden.
1.
Los de stelmoeren (C).
2.
Stel de kabel zodanig bij dat de rempedaal 25 mm vrije
slag (E) heeft voordat de remblokken de remschijf
inschakelen. Draai de moeren (C) aan om de bijstelling
vast te zetten.
3.
Waar remslijtage te ernstig is om bijstelling via de
kabel te bereiken, dient de rembeugel in de tweede
serie gaten (D) te worden gezet en de bijstellingspro-
cedure te worden voltooid.
4.
Start de tractor en controleer de remwerking. Parkeer
de machine op een helling van ongeveer 16,7° en
schakel de parkeerrem in. Dit moet voldoende zijn om
wegrollen van de tractor te beletten.
Afb. 3C
3.5
NEUTRAALAFSTELLING____________________________________________________
Neutraalafstelling kan uitsluitend aan de drijfpomp worden
uitgevoerd.
De neutraalstand is een fabriekinstelling die geldt voor alle
nieuwe tractors en vervangingspompen. Verdere bijstelling
is overbodig tenzij de pomp is gedemonteerd voor reparatie
of onderhoud.
Neutraalafstelling:
1.
Ontkoppel de tractiepedaalverbinding van de pomp.
2.
Zet de tractor stevig op krikken waarbij alle wielen vrij
van de grond moet komen
3.
Controleer of de sleepklep (H) is gesloten.
4.
Trek de parkeerrem aan en zet de maaischakelaar in
de vrijdstand. Zorg ervoor dat de neutraalschakelaar
op de tractiepedaal is gesloten (M - Afb. 3E).
5.
Los de schroeven (G) die de pomphefboombeugel
vasthouden net voldoende om deze te kunnen
bewegen. Start de motor en concentreer u op de
wielen: verstel de beugel (F) in de sleufgaten totdat ze
niet meer draaien. Zet de motor stil en draai de beugel
op zijn plaats vast.
6.
Breng de tractieverbinding weer aan, ervoor zorgend
dat de wijzer op de tractiepedaalbeugel zich
gecentreerd boven de neutraalschakelaar (M - Afb. 3E)
bevindt.
7.
Start de motor en controleer de werking van de tractie-
pedaal. De wielen mogen niet draaien wanneer de
pedaal in de neutraalstand wordt gezet en waarschu-
wingslampje 5 op de controller moet gaan branden. Zie
sectie 5.2.
Afb. 3D
LF013
E
D
C
F
H
G
LF014
Summary of Contents for HR 4600 Turbo 67862
Page 2: ... 2003 Ransomes Jacobsen Limited All Rights Reserved ...
Page 3: ......
Page 150: ......
Page 222: ......