5.
Controleer of de veiligheidsdrukunit goed werkt door op het membraan te
drukken en erop te letten dat het onmiddellijk terugveert wanneer de druk
wordt opgeheven.
6.
Bij gebruik van een BC en/of een droogpak: Controleer of ze kunnen
worden opgeblazen door de opblaasfunctie te activeren. Controleer ook of
de dumpkleppen werken.
7.
Controleer de ademhalingsklep(pen): Adem de ademhalingsklep / het
masker in om u ervan te vergewissen dat het ademgas van goede kwaliteit
is en dat de ademhalingsweerstand normaal is
Waarschuwing
Wanneer het onder nul graden is, moet(en) de
ademhalingsklep(en) in een warme kamer of onder water
worden gecontroleerd om bevriezing te voorkomen.
8.
Voor ademhalingsklep met veiligheidsdruk en octopus ademhalingsklep:
Duw de hendel in de gesloten stand.
Divator Pro
53
NEDERLANDS