Om te voorkomen dat het rack topzwaar wordt,
dient de versterker in het onderste gedeelte van het
rack gemonteerd te worden. De frontplaat alleen is
niet voldoende voor een veilige bevestiging. Het
apparaat moet door een bodemplaat worden onder-
steund.
5
De versterker aansluiten
De in- en uitgangen mogen pas worden aangeslo-
ten, als de versterker is uitgeschakeld.
1) Sluit op de cinch-jacks INPUT (12) de lijnuitgan-
gen aan van maximaal vier audioapparaten (b. v.
voorversterker, mengpaneel): witte jack = linker
kanaal, rode jack = rechter kanaal.
2) Het grootste uitgangsvermogen bereikt u met
luidsprekers van 4
Ω
. U kunt ook luidsprekers
van 8
Ω
aansluiten, waarbij het uitgangsvermo-
gen van de eindversterker wel iets afneemt. De
luidsprekers moeten minstens het volgende si-
nusvermogen hebben:
luidsprekers van 4
Ω
110 W
luidsprekers van 8
Ω
80 W
Sluit de luidsprekers aan op de stekkerbussen
(11) of op de aansluitingen (10). Wenst u op de
stekkerbussen en de aansluitklemmen tegelijk
luidsprekers te gebruiken, gebruik dan alleen
luidsprekers met een impedantie van minimum
8
Ω
. Anders wordt de versterker overbelast.
Verbind bij gebruik van de klemmen telkens
de gemarkeerde ader van de luidsprekerkabel
met de rode klem.
De aansluitmogelijkheden voor verschillende
luidsprekers op één kanaal vindt u terug in de
figuren 4 – 7. Bij aansluiting van diverse luidspre-
kers moet u in het bijzonder letten op de juiste
polariteit, en ervoor zorgen dat de totale impe-
dantie minstens 4
Ω
bedraagt.
3) Plug ten slotte de netstekker van het aansluits-
noer (7) in een stopcontact (230 V~ / 50 Hz).
6
Bediening
6.1 In-/uitschakelen
Om luide schakelploppen te vermijden, schakelt u
de eindversterker steeds als laatste onderdeel van
een versterkersysteem in. Op dezelfde manier scha-
kelt u na gebruik altijd eerst de eindversterker uit.
Alvorens een eerste keer in te schakelen, draait u de
regelaars L-CH en R-CH (2) helemaal naar links in
de minimumstand. Schakel de versterker vervol-
gens met de POWER-schakelaar (16) in. Ter con-
trole licht de POWER-LED ON (5) op.
6.2 De ingang selecteren
Selecteer met de schakelaars INPUT SELECT (1)
het apparaat waarmee u wenst af te spelen. Gebruik
de schakelaars alleen bij gering geluidsvolume. Zo
vermijdt u luide schakelploppen.
6.3 Het niveau instellen
Draai de regelaars L-CH en R-CH (2) maar zo ver
open als nodig is tot het gewenste maximale
geluidsvolume is bereikt. De rode LED’s CLIP (3)
geven de oversturingen van de versterker weer.
Draai de regelaars dan iets terug.
7
Beveiligingscircuit
Het beveiligingscircuit moet schade aan de verster-
ker verhinderen. Bij geactiveerd circuit licht de gele
LED PROTECT (4) op:
1. bij kortsluiting op een luidsprekeruitgang
2. bij oververhitting van de versterker
Indien de gele LED PROTECT oplicht, moet de ver-
sterker worden uitgeschakeld en de oorzaak van het
defect verholpen.
8
Technische gegevens
Sinusvermogen (Wrms)
Stereo 4
Ω
: . . . . . . . . . . . 2 x 110 W
Stereo 8
Ω
: . . . . . . . . . . . 2 x 80 W
Max. uitgangsvermogen: . . 300 W
Ingangen: . . . . . . . . . . . . . . 0,775 V/10 k
Ω
Frequentiebereik: . . . . . . . . 20 – 20 000 Hz
Signaal/Ruis-verhouding: . . > 70 dB
Overspraakdemping: . . . . . > 50 dB
THD: . . . . . . . . . . . . . . . . . . < 0,5 %
Voedingsspanning: . . . . . . . 230 V~/50 Hz
Krachtontneming: . . . . . . . . 450 VA
Omgevingstemperatuur-
bereik: . . . . . . . . . . . . . . . . . 0 – 40 °C
Afmetingen (B x H x D): . . . 482 x 44,5 x 285 mm
1 HE (rackeenheid)
Gewicht: . . . . . . . . . . . . . . . 7,2 kg
Volgens de gegevens van de fabrikant.
Wijzigingen voorbehouden.
Opgelet!
Stel het volume op de versterker nooit te hoog in.
Langdurige blootstelling aan hoge volumes kan het
gehoor beschadigen! Het gehoor raakt aangepast
aan hoge volumes die na een tijdje niet meer zo
hoog lijken. Verhoog daarom het volume niet nog
meer, nadat u er gewoon aan bent geraakt.
Para que no se vuelque el rack, debe colocar el
amplificador en la parte inferior del rack. Para una
fijación sólida, solo la placa delantera no es sufi-
ciente, el amplificador también, debe mantenerse
mediante una placa inferior.
5
Conexiones del amplificador
¡Debe efectuar todas las conexiones únicamente
cuando el amplificador esté desconectado!
1) Puede conectar como mucho 4 aparatos audio
con salidas línea (p. ej. preamplificador, mesa de
mezcla) con las tomas RCA INPUT (12): toma
blanca = canal izquierdo, toma roja = canal dere-
cho.
2) La potencia de salida la más elevada se alcanza
si conecta altavoces a 4
Ω
. Pero también puede
conectar altavoces a 8
Ω
, pero se reduce un poco
la potencia de salida. Los altavoces deben dispo-
ner como mínimo de una potencia RMS siguiente:
Altavoz 4
Ω
110 W
Altavoz 8
Ω
80 W
Conecte los altavoces con las tomas jack (11) o
con los bornes con pinzas (10). Si los altavoces
deben funcionar simultáneamente con las tomas
jack y con los bornes con pinzas, utilice única-
mente altavoces con una impedancia de 8
Ω
como
mínimo, si no el amplificador está en sobrecarga.
Si utiliza los bornes con pinzas, conecte res-
pectivamente el conductor señalado de los
cables de los altavoces a un borne rojo.
Los esquemas 4 – 7 presentan las posibilidades
de conexión para varios altavoces a un canal. Si
conecta varios altavoces, debe verificar que la
conexión de los bornes positivos y negativos sea
correcta y que la impedancia total sea de 4
Ω
como mínimo.
3) Conecte la toma del cable (7) a una toma
230 V~/50 Hz.
6
Utilización
6.1 Interruptor ON/OFF
Para evitar ruidos fuertes de conmutación, conecte
siempre el amplificador terminal de la instalación
audio después de haber conectado todos los otros
aparatos y desconéctelo primero después del fun-
cionamiento. Antes de la primera puesta en marcha,
gire totalmente los potenciómetros L-CH y R-CH (2)
hacia la izquierda en la posición mínima. Después
conecte el amplificador con el interruptor POWER.
El LED ON (5), testigo de funcionamiento, brilla.
6.2 Selección de entrada
Con los selectores INPUT SELECT (1), seleccione
el aparato deseado para la reproducción. Para evi-
tar ruidos fuertes de conmutación, active los inter-
ruptores solo en caso de un volumen bajo.
6.3 Reglaje del nivel
Gire los potenciómetros L-CH y R-CH (2) hasta que
alcance el volumen máximo deseado. Los LEDs
rojos CLIP (3) indican las sobrecargas en el amplifi-
cador. Gire entonces los reglajes un poco atrás.
7
Circuito de protección
El circuito de protección debe evitar todo daño en el
amplificador. Si está activado, el LED amarillo PRO-
TECT (4) brilla cuando:
1. Un cortocircuito interviene en una salida altavoz
2. El amplificador está en sobrecarga
Si el LED amarillo PROTECT brilla, desconecte el
amplificador y solucione el problema.
8
Características técnicas
Potencia de salida RMS
Estéreo 4
Ω
: . . . . . . . . . . 2 x 110 W
Estéreo 8
Ω
: . . . . . . . . . . 2 x 80 W
Potencia de salida max.: . . 300 W
Entradas: . . . . . . . . . . . . . . 0,775 V/10 k
Ω
Gama de frecuencias: . . . . 20 – 20 000 Hz
Relación señal/ruido: . . . . . > 70 dB
Atenuación: . . . . . . . . . . . . > 50 dB
Tasa de distorsión: . . . . . . < 0,5 %
Alimentación: . . . . . . . . . . . 230 V~/50 Hz
Consumo: . . . . . . . . . . . . . 450 VA
Temperatura func.: . . . . . . . 0 – 40 °C
Dimensiones (L x A x P): . . 482 x 44,5 x 285 mm,
1 U (unidad)
Peso: . . . . . . . . . . . . . . . . . 7,2 kg
Según datos del fabricante.
Nos reservamos el derecho de modificación.
¡Atención!
No regule nunca el volumen del amplificador muy
alto. Un volumen demasiado alto puede a lo largo,
generar problemas de audición. La oreja humana
se acostumbra a volúmenes altos y acaba por no
percibirlos como tal al cabo de un tiempo. Le acon-
sejamos entonces regular el volumen y de no mo-
dificarlo más.
9
E
NL
B
Deze gebruiksaanwijzing is auteursrechterlijk beschermd voor MONACOR
®
INTERNATIONAL GmbH &
Co. KG. Reproductie voor eigen commerciële doeleinden – ook bij wijze van uitzondering – is niet toegestaan.
Manual de instrucciones protegido por el copyright de MONACOR
®
INTERNATIONAL GmbH & Co. KG.
Toda reproducción incluida parcial con fines comerciales está prohibida.
