112
3-3 NOODPROCEDURES
Wanneer een valbeschermingssysteem is gebruikt, moet een plan worden ge-
maakt om op een mogelijke noodsituatie in te spelen (bijv. een redding na een val).
4 - INFORMATIE NA GEBRUIK
4-1 REINIGING
• Het harnas moet met water en milde zeep worden gereinigd (pH-neutraal). Ge-
bruik nooit zuren, oplosmiddelen of op oplosmiddelen gebaseerde producten.
• Laat het harnas in een goed geventileerde omge ving drogen en houd het weg
bij hittebronnen. Sla het harnas op buiten bereik van vocht en ultraviolette
straling.
• Vermijd omgevingen die corrosie veroorzaken of buitensporig heet of koud zijn.
4-2 PERIODIEKE INSPECTIE
Deze instructies moeten bij het product worden bewaard. Vul het identificatiefor-
mulier in en geef de informatie van de markeringen aan. Met dit periodieke onder-
zoek worden de doeltreffendheid en de weerstand van de uitrusting gecontroleerd;
dit is onontbeerlijk om de veiligheid van de gebruiker te garanderen. Het is uw
verantwoordelijkheid dat dit formulier bijgewerkt en opgeruimd is. Als er geen in-
formatie op het identificatieformulier is geschreven, wordt het product beschouwd
als niet onderhouden en zal er door de fabrikant geen garantie worden verleend.
Deze uitrusting dient minstens één keer per jaar strikt volgens de instructies
van de fabrikant door een hiertoe bevoegd persoon nagekeken te worden en de
controlebeurt dient op de bijgaande kaart genoteerd te wordenen op het hiervoor
bestemde label van het harnas. De frequentie van het onderzoek moet volgens
de regels worden verhoogd in geval van intensief gebruik of bij gebruik onder
moeilijke omgevingsomstandigheden. De leesbaarheid van de markeringen op het
product moet worden gecontroleerd.
4-3 LEVENSDUUR
De maximale levensduur van de PBU, die voornamelijk uit textiel bestaat, is vast-
gesteld op 10 jaar na de productiedatum. De volgende factoren kunnen de presta-
ties van het product en de levensduur ervan echter negatief beïnvloeden: intensief
gebruik, onjuiste opslag, onjuist gebruik, valbeveiliging, vervorming, contact met
chemicaliën (alkalisch en zuur), blootstelling aan hittebronnen > 60°C, blootstel-
ling aan koudebronnen <-30 ° C, extreme blootstelling aan ultraviolette straling,
vieze omgeving of zeer natte omgeving. (vgl. IX ).
5 - OVERIG
5-1 IDENTIFICATIE
(VGL. APPENDIX 1)
5-2 TOEPASSELIJKE VERORDENING
(VGL. 1 -6 )
5-3 AANGEMELDE INSTANTIE
(VGL. APPENDIX 4)
Summary of Contents for MILLER H500
Page 1: ...MILLER H500 USER MANUAL ...
Page 4: ...4 1a 1b 2 3a 3b 4 5 6a 6b 8 9 7 1a 7 10a 10b 11 6a 6b ...
Page 9: ...9 ...
Page 12: ...12 Fig 1 Fig 2 Fig 5 Fig 6 ...
Page 13: ...13 Fig 3 Fig 7 Fig 4 Fig 8 ...
Page 14: ...14 I ...
Page 15: ...15 IV V VI II III ...
Page 16: ...16 VII IX X VIII ...
Page 167: ...167 APPENDIX 1 O O P ...
Page 177: ...1 3 2 4 5 6 1 3 2 4 5 6 1 3 2 4 5 6 1 3 2 4 5 6 1 3 2 4 5 6 ...
Page 179: ...1 3 2 4 5 6 1 3 2 4 5 6 1 3 2 4 5 6 1 3 2 4 5 6 1 3 2 4 5 6 ...
Page 182: ......
Page 183: ......