- 14 -
"
Risico’s ten opzichte van het terrein :
- Wanneer men zich op een sterk hellend stuk grond bevindt : bij het naar boven gaan zou de machine zich kunnen omke-
ren indien de operator komt te vallen. Bij het dalen zou de machine op hol kunnen slaan indien de operator valt. Nooit ont-
ginnen naar beneden of naar boven toe op de helling maar altijd in de dwarsrichting.
- Wanneer het terrein vol ligt met natuurlijke obstakels of andere voorwerpen die men daar heeft gedumpt : rotsen, ronde ste-
nen, boomstronken, flessen, paaltjes evenals allerlei andere soorten voorwerpen ; al deze voorwerpen kunnen in gevaar-
lijke projectielen veranderd worden en de messen zwaar beschadigen, men moet ze dus vermijden
"
De ontginningsmaaier nooit gebruiken indien de beschermingsplaten van de carters beschadigd zijn of indien de veiligheidsinrich-
ting niet naar behoren geplaatst is.
"
Verander nooit de afstelling van de snelheidsregelaar van de motor en laat de motor nooit op een te hoog toerental draaien, dit
verhoogt het risico van ongevallen.
"
Bij alle ontginningswerkzaamheden een geluiddempende helm dragen of oorbeschermers.
"
Voor de machine achter te laten :
a)
het mes ontkoppelen
b)
de motor stoppen
"
Niet rijden over grindpaden, op een lemen vloer en in het algemeen de machine nooit van de ene naar de andere plaats rijden met
een gekoppeld mes.
"
Geen ontginningswerkzaamheden verrichten op de volgende plaatsen :
a)
Tegenover bewoonde wijken
b)
In de buurt van plaatsen waar veel mensen langs komen
c)
Tegenover parkeerruimtes.`
"
Laat personen die niet op de hoogte zijn van de gebruiksinstructies nooit de machine gebruiken.
"
Op hellingen met nat gras moet men erop letten dat men niet uitglijdt.
"
Nooit de machine naar u toe trekken bij het ontginnen.
"
Voor ieder vervoer anders dan middels zijn eigen voortdrijving moet de motor stilgezet worden.
!
SPECIAAL ONDERHOUD
"
VERPLICHT DE GARANTIE VERVALT
indien men niet voor elk gebruik controleert of het aanzuiggedeelte voor de koeling
en de motorcilinder volledig schoon zijn.
"
De motor
Zie bijgesloten onderhoudshandleiding.
"
De ontginningsmaaier
Na elk gebruik de beschermkap van het snijmechanisme en de motorkap schoonmaken. Controleer het snijmes. Deze dient
altijd goed geslepen te zijn, zodat u het beste snijresultaat en een optimaal rendement van uw machine verkrijgt.
Opgelet:
als u het snijmes slijpt, erop toezien dat dit perfect gelijkmatig gebeurt. Iedere 25 gebruiksuren de kogellagers en
assen van de voor- en achterwielen smeren. Controleer regelmatig of alle bouten en schroeven vast aangedraaid zijn.
"
Reductor kast
Het oliepeil op zijn minst om de 100 uur controleren. Nodige peil 25 millimeter ten opzichte van de bovenste rand na de dop.
Kwaliteit olie SAE 10W-30 Klasse SG of SF.
- De stuurstang omdraaien, hierbij erop letten dat men de kabels niet beschadigd. De stuurs-
tang in de machine laten zakken en vastzetten met behulp van de 2 bouten 10X20 (nr 1).
!
MONTAGE VAN DE STUURSTANG
1
1
2
3
NL