NEDERLANDS
4 KOUDEMIDDEL- EN WATERLEIDINGEN
4.1 ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET UITVOEREN VAN LEIDINGSWERKEN
• Bereid de koperen leidingen (niet-meegeleverd) voor.
•
Kies leidingen met de juiste diameter en van het juiste
materiaal om voldoende druk te verdragen.
•
Kies schone, koperen leidingen. Controleer of zich geen
stof of vocht in de leiding bevindt. Blaas de binnenkant van
de leidingen schoon met zuurstofvrije stikstof om eventueel
stof en ander vreemd materiaal te verwijderen voordat u de
leidingen op elkaar aansluit.
?
O P M E R K I N G
Een systeem zonder vocht of vervuiling door olie levert optimale
prestaties en een optimale levensduur vergeleken met een slecht
voorbereid systeem. Zorg er vooral goed voor dat alle koperen
leidingen van binnen schoon en droog zijn.
• Plaats een kapje op het uiteinde van de leiding wanneer u
de leiding via een gat in de muur moet plaatsen.
• Leg de leidingen niet op de vloer zonder dat u een
eindstop of kleefband over de uiteinden van de leiding hebt
aangebracht.
• Als u de leidingen niet binnen een dag kunt installeren maar
daar langer voor nodig hebt, soldeert u de uiteinden van de
leiding dicht en vult u de leiding met zuurstofvrije stikstof via
een Schrader-klep om te voorkomen dat de binnenkant van
de leiding vochtig of vuil wordt.
• Het is raadzaam de waterleidingen, de verbindingsstukken
en aansluitingen te isoleren, om warmteverlies en
dauwvorming op de leidingen of ongevallen door hete
leidingoppervlakken te voorkomen.
• Gebruik geen isolatiemateriaal dat NH3 bevat, omdat dit het
koper van de leiding kan beschadigen waardoor dit later kan
gaan lekken.
•
We raden aan flexibele verbindingsstukken te gebruiken
voor de inlaat- en uitlaatleidingen, om de overdracht van
trillingen te voorkomen.
• Het koudemiddelcircuit en het watercircuit moeten door een
erkend technicus worden geïnstalleerd en geïnspecteerd en
moeten voldoen aan alle relevante Europese en nationale
reglementen.
• Na het aansluiten van de leidingen moet een geschikte
inspectie worden uitgevoerd om te verzekeren dat er geen
lekkage in het verwarmingscircuit zit.
4.2 KOELMIDDELCIRCUIT
4.2.1 Hoeveelheid koelmiddel
De YUTAKI S80 heeft twee koudemiddelcircuits. Het 1e
cyclus werkt met R410A-koudemiddel terwijl het binnencircuit
(2e cyclus) werkt met R134a-koudemiddel. De aansluitingen
moeten worden uitgevoerd op het R410A-cyclus tussen de
buitenunit en de binnenunit.
Buitenunit
Binnenunit
R410A
H20
R134a
•
Het 1e circuit (R410A) is fabrieksmatig gevuld met
voldoende koudemiddel voor een leidinglengte van 30 m
tussen de buitenunit en de binnenunit. De maximale lengte
van de koelmiddelleiding is 30 meter, dus het is niet nodig
om extra koelmiddel toe te voegen.
•
De aansluitingen van het 2e circuit (R134a) zijn
fabrieksmatig geïnstalleerd en het koudemiddel is al
aanwezig, dus er moeten in dat opzicht geen werken meer
worden uitgevoerd.
?
O P M E R K I N G
• Raadpleeg de
Installatie- en bedieningshandleiding
van de buitenunit
om de binnenunit te vullen met R410A-koelmiddel.
• Vergeet niet de voeding naar de binnenunit in te schakelen en
DSW1-2 op PCB1 op AAN zetten. Dit schakelt de magneetkleppen
SV1 en SV2 van de binnenunit in zodat het koudemiddel en het
vacuüm in de binnenunit kunnen werken. Vergeet niet na het
proces de DSW1-2 terug op UIT te schakelen.
Hoeveelheid koudemiddel vóór levering (W
0
(kg))
Model
W
0
(kg)
R410A
W
0
(kg)
R134a
Buitenunit
RAS-4WH(V)NPE
3,3
-
RAS-(5/6)WH(V)NPE
3,4
-
Binnenunit
RWH-(4.0-6.0)(V)NF(W)E
-
1,9
KOUDEMIDDEL- EN WATERLEIDINGEN
PMML0340B rev.1 - 03/2016
259