7.2.4 Het koudemiddelcircuit controleren
• Controleer of de afsluitkleppen van de gas- en
vloeistofleidingen volledig openstaan.
• Controleer of de afmetingen van de leiding en
koudemiddelvulling overeenkomen met de aanbevelingen.
• Controleer de binnenkant van de unit op lekkage van
koudemiddel. Als u een lekkage ontdekt, neem dan contact
op met de distributeur.
• Controleer de handleiding voor de inbedrijfstellingsprocedure
van de buitenunit.
7.3 INBEDRIJFSTELLINGSPROCEDURE
Deze procedure geldt onafhankelijk van de opties van de
module.
• Wanneer de installatie voltooid is en alle nodig instellingen
(DIP-switches op de PCB's en configuratie van besturing van
de unit) zijn uitgevoerd, sluit u de elektrische box en plaatst u
de box zoals weergegeven in de handleiding.
•
Configureer in de besturing van de unit de opstartwizard.
• Laat de unit proefdraaien zoals beschreven in het hoofdstuk
“7.4 Proefdraaien/ontluchten”
.
• Nadat het proefdraaien is voltooid, start u of de volledige
unit of het geselecteerde circuit op door op de OK-knop te
drukken.
Eerste opstarting bij lage omgevingstempera-
turen
Tijdens de inbedrijfstelling en wanneer de watertemperatuur
erg laag is, is het belangrijk dat het water langzaam wordt
opgewarmd. Een aanvullende, optionele functie kan
worden gebruikt om op te starten bij lage watertemperatuur:
Vloerdrogen:
• De vloerdroogfunctie wordt exclusief gebruikt voor het
drogen van een nieuwe vloerlaag op de vloerverwarming.
Het proces is gebaseerd op EN-1264 deel 4.
• Wanneer u de vloerdroogfunctie activeert, volgt de
watertemperatuur een vooraf bepaald schema:
1
Het wateringestelde waarde wordt constant op 25°C
gehouden gedurende 3 dagen.
2
Het watertempeatuur wordt op de maximale
verwarmingstoevoertemperatuur (maar altijd beperkt tot ≤
55ºC) ingesteld gedurende 4 dagen.
!
L E T O P
Verwarmen bij lage watertemperaturen (ongeveer 10ºC tot 15ºC) en lage
buitentemperaturen (<10ºC) kan de warmtepomp beschadigen bij het
ontdooien.
We raden aan de unit op te starten (eerste inschakeling) met een
uitgeschakelde compressor, om het water te doen circuleren door de
waterpomp en mogelijke lucht in de unit te verwijderen.
7.4 PROEFDRAAIEN/ONTLUCHTEN
Proefdraaien is een bedrijfsmodus die wordt gebruikt bij het in
bedrijf stellen van de installatie. Sommige instellingen ervan
zijn bedoeld om het de installateur gemakkelijker te maken. De
ontluchtingsfunctie schakelt de pomp in zodat alle luchtbellen uit
de installatie verwijderd worden.
Een menu met specifieke functies voor de inbedrijfstelling
verschijnt wanneer u in het installateursmenu (OK + terugknop)
3 seconden lang de menu- plus de terugknop ingedrukt houdt.
OK
Dit menu toont het opstarten van de volgende testen:
• Proefdraaien (Unit test run)
•
Luchtaflating (Air purge)
• Vloerdrogen (Screen Drying)
INBEDRIJFSTELLING
PMML0340B rev.1 - 03/2016
282