21
NEDERLANDS
NL
De schijnwerpers kunnen staand of
hangend worden gemonteerd. De
schijnwerpers mogen niet trillen,
boven de motorkap uitsteken en
dienen symmetrisch te worden
gemonteerd. Neem bij de montage
de in de tekening aangegeven maten
in acht. Bepaal de montagepositie
en merk de bevestigingspunten.
Met 3 mm voorboren en met 11 mm
opboren.
Voorzie de geboorde metaaldelen
van een roestwerend middel.
Let bij montage van de koplamp op
dat hij horizontaal komt te zitten.
Richt de schijnwerper uit zoals in de
tekening is aangegeven en draai de
schroeven vast.
Leg de kabels en sluit ze aan zoals
in het schakelschema is aangegeven.
(Page 14, 15).
Volgens schakelschema
A
worden
de schijnwerpers samen met de
aanwezige vérstralers ingeschakeld.
Volgens schakelschema
B
worden
de schijnwerpers met een afzonder-
lijke schakelaar bij de aanwezige
schijnwerpers ingeschakeld.
Houd u te allen tijde aan de ter
plaatse geldende wetgeving.
Verlichting controleren. Kabels
goed bevestigen.
Laat de vérstralers in de werkplaats
afstellen.
Alleen goed afgestelde schijnwer-
pers geven optimaal licht.
Relais met aansluitklemmen
spatwaterdicht omlaag gericht
monteren. Monteer indien nodig en
wettelijk toegestaan een schakelaar
in het dashboard.
Houd het koplampglas schoon. Vuil
kan de lichtopbrengst met wel 80%
verlagen.
Montage: Pagina 9 – 12
Nog een tip:
Elektrische aansluiting:
Pagina 14, 15
max.
4 m