42
NEDERLANDS
NL
Systeembeschrijving
Regeleenheid:
Het systeem bestaat uit een mechanisch sluitsysteem en een onafhankelijk werkende, elektronisch gecodeerde startonderbreker. Het
mechanisch systeem is een startschakelaar (niet meegeleverd) van de fi rma Hella. Deze schakelt met een mechanisch gecodeerde sleutel
klem 15 in en uit. Als klem 15 is ingeschakeld, is de sleutel mechanisch vergrendeld en kan niet uit het slot getrokken worden.
De elektronisch gecodeerde startonderbreker onderbreekt bij activering de werking van minstens operationele 3 regeleenheden, zoals
bijvoorbeeld de startmotor, de benzinepomp en het contact. Dit verloopt potentiaalvrij via de in de regeleenheid geïntegreerde relais.
Elektronische sleutel
De elektronische sleutel is gebaseerd op de contactloze transpondertechologie. De transponder beschikt over een eigen voeding zonder accu
en is in de mechanische sleutel van de startschakelaar geïntegreerd.
De startonderbreker activeren
De startonderbreker is zelfactiverend, d.w.z. zonder extra inschakeling of andere handelingen. Als de mechanische sleutel in de startschake-
laar in positie ‘0’ staat (klem 15 uit), is de startonderbreker over het algemeen geactiveerd. Als de sleutel van de startschakelaar vanuit een
andere positie in positie ‘0’ wordt gezet, wordt de startonderbreker na 5 s automatisch geactiveerd. De startonderbreker wordt en blij ook
geactiveerd, als de sleutel in positie ‘0’ blij zitten.
Door het onderbreken van de werking van minstens 3 operationele regeleenheden (bijv. de startmotor, het contact en de benzinepomp) wordt
de startonderbreker geactiveerd.
De startonderbreker deactiveren
De startonderbreker wordt gedeactiveerd als een geldige mechanische en een geldige elektronische sleutel (transponder) aanwezig zijn. De
transponder wordt pas uitgelezen als de mechanische sleutel in de startschakelaar klem 15 hee ingeschakeld. Hierdoor is het noodzakelijk
om het mechanisch sluitsysteem eerst te openen voordat de elektronische sleutel wordt gecontroleerd. Het manipuleren van de startonder-
breker bij uitgeschakeld contact is daardoor niet mogelijk.
Door het sluiten van minstens 3 operationele regeleenheden (bijv. de startmotor, het contact of de benzinepomp) wordt de startonderbreker
gedeactiveerd.