106
Bij het uitbouwen van de wiellagers niet in de openingen aan de zijkant van de
ommanteling
g
grijpen! Vóór elk gebruik draadstang 4930-1
a
invetten!
2.5 Het wiellager met het voorop bevestigde gereedschap in de lagerpositie brengen, en wel
in de richting waarin het wiellager bevestigd moet worden.
2.6 De draadstang
a
met de gepositioneerde ommanteling
g
een beetje scheef houden
en vanaf de tegenovergestelde kant doorvoeren. Hiertoe moet de draadstang
a
aan de
zeskant vastgehouden worden.
Draadstang
a
in spilmoer
b
draaien.
c
.Opbouw.en.werking