![Hayward AquaRite UV LS Owner'S Manual Download Page 48](http://html1.mh-extra.com/html/hayward/aquarite-uv-ls/aquarite-uv-ls_owners-manual_2111054048.webp)
48
Zodra de WIFI module verbonden is met het netwerk, met beide lampjes verlicht, gaat u naar
https://poolwatch.hayward.fr/login,
en kiest u de optie Registreren en voert u alle gevraagde gegevens
in. De node-ID van de apparatuur vindt u op uw apparaat (zie paragraaf 8
Configuratie
- schermen 8.13
en 8.14). Zodra het proces voltooid is, heeft u de totale controle over uw zwembad en kunt u parameters
zoals de instelpunten, filtratie-tijden en het uit- of inschakelen van ieder van de hulprelais wijzigen.
8.17
8.18
8.19
8.20
8.15
8.16
8.21
8.22
8.1
CONFIGURATIE WIFI
8.15
Internet: Zodra de module WIFI is aangesloten, uw apparaat
opnieuw starten. In
Instellingen
verschijnt de optie
Internet
.
8.16
WIFI:
Selecteer WIFI om de netwerken in het bereik van de
module te scannen. Het zoeken gebeurt automatisch.
8.17
Selecteer het gewenste netwerk in het bereik van de WIFI
module.
8.18
Geef vervolgens het wachtwoord daarvan in op het popup-
toetsenbord. Verplaats u naar boven en naar beneden met de toetsen
omhoog/omlaag
en van links naar rechts met de toetsen
meer/minder
.
Om een letter te selecteren drukt u op
OK
.
8.19
Instelling:
Indien u een meer gedetailleerde configuratie wenst,
gaat u naar dit menu of neemt u contact op met uw installateur.
8.21
Status:
Controleer de status van uw verbinding.
8.22
Verbinding testen:
Controleer of uw verbinding correct tot stand
is gekomen.
Aansluiting
WIFI-mod
LEDs groen
(verlicht)
1
rood
2
geel
3
groen
4
zwart
9.1
9.3
9.2
9.4
9.5
9.
ZOUTGEHALTE*
10.
AFDEKKING (Cover)
10.1
Afdekking:
Aansluiting van de automatische afdekking.
10.2
Reductie van het percentage van de Chloor productie wanneer de afdekking
dicht gaat. Met de afdekking gesloten, is het niet nodig dat het apparaat op 100%
functioneert en met deze parameter reguleert u de optimale hoeveelheid Chloor die
gegenereerd wordt.
10.1
10.2
Cover
1
en
5
1
2
3
4
5
6
7
8
11.
DETECTOR VAN DEBIET
De optie bestaat om een externe
detector van debiet aan de
apparatuur toe te voegen. Sluit
hem aan zoals wordt weergegeven
op de afbeelding en neem contact
op met uw installateur voor de
inschakeling. De titaniumcel bevat
een sensor voor gasstroom, u
kunt beide combineren voor meer
controle.
Detector van Debiet
optioneel
1
2
3
4
5
6
7
8
Detector van debiet FL1
2
en
5
Ingang voor mechanische detector van
debiet voor beveiliging.
Onderbreekt de hydrolyse/elektrolyse
en doseerpompen als gevolg van
gebrek aan waterstroming.
9.2
Om deze meting te kennen, drukt u op
OK
in Zoutgehalte binnen het menu
Elektrolyse/
Hydrolyse
(het proces neemt tussen 2 en 5 minuten in beslag - scherm 9.4). U kunt de meting
van het apparaat aanpassen aan de aflezing van een externe meter van het zoutgehalte
(scherm 9.5).
9.3
Indien u niet beschikt over een temperatuursonde, geeft u de waarde handmatig in
voor een grotere precisie. Bij de aflezing hebben diverse factoren, zoals de temperatuur
of de pH van het water, invloed. Denk eraan om de aanpassing iedere 2-3 maanden uit te
voeren.
* Attentie:
Optie alleen beschikbaar voor sommige modellen.
9.1
Zoutgehalte:
Het
apparaat geeft een
meting van zout en water
weer in g/l, net als de
datum en temperatuur
van het water bij de
laatste aflezing.
13.
POMP MET VARIABELE SNELHEID
12.
NIVEAU-SENSOR (Tank)
13.1
Pomp met variabele snelheid:
Voor de
installatie van een pomp met 3 snelheden
neemt u contact op met uw installateur.
13.2 - 13.6
Zodra de pomp aangesloten is,
kunt u aan elke filtratie-periode een specifieke
snelheid toewijzen.
F:
snel,
M:
gemiddeld en
S:
langzaam.
13.1
13.2
13.3
13.7
Reiniging
filter:
Om het filter
te reinigen met de
pomp met variabele
snelheid, wordt
aanbevolen om de
snelheid snel te
gebruiken.
13.7
13.4
13.5
Sluit een niveau-sensor op uw apparaat aan, zodat u ten alle tijde het volume dat beschikbaar is in de reservoirs van chemische
producten die normaal gesproken gebruikt worden kunt controleren. Neem contact op met uw installateur/leverancier voor de
inschakeling van de sensor. Op deze manier kunt u er zeker van zijn dat de doseerpompen nooit functioneren zonder product of in
vacuüm doseren, waardoor mogelijke schade hieraan voorkomen wordt.
3
4
5
6
110-230 V
max. 3.15 A
VRIJ POTENTIEEL
1 2 3 4 5 6 7 8 9
10 11 12 13 14
FILTERPOMP
Controle filtratie
7
en
8
Pomp variabele snelheid
1
Langzaam
2
gemiddeld
3
snel
4
normaal
14
12
11
A1 A2
L
N
Niveau reservoir
zuur
TANK
4
en
5
13.6