20
• De afstandsbediening begint na ca. 6
seconden met het zoeken naar de code
en stuurt per seconde (zie volgende
paragraaf) één voor één alle codes. Bij
elke keer sturen gaat de rode LED (1) even
branden.
• Zodra het toestel op de afstandsbediening
reageert, drukt u op SHIFT (16) en
vervolgens op OK (15). Als u te laat op OK
gedrukt heeft en daardoor de code gemist
heeft, kunt u met de toets PROG– (14)
stap voor stap naar de betreffende code
teruggaan.
• Druk op SHIFT (16) en vervolgens op EXIT
(13) om het zoeken af te breken.
Als u wilt dat de afstandsbediening in plaats
van om de seconde, om de 3 seconden
een nieuwe code stuurt, gaat u als volgt
te werk. Druk binnen 6 seconden na het
indrukken van de toets PROG+ (14) (of
POWER (17)), zoals hiervoor beschreven, de
toets PROG+ (14) of PROG– (14) nogmaals
in. De afstandsbediening stuurt nu om de 3
seconden een nieuwe code. Daardoor heeft
u meer tijd om het zoeken af te breken. Het
zoeken duurt daardoor wel langer.
Code-identifi catie
Met de code-identifi catie kunt u codes
die u al ingevoerd heeft en die in de
afstandsbediening opgeslagen zijn
achterhalen. U gaat als volgt te werk.
• Houd de toets Setup (4) gedurende ca. 3
seconden ingedrukt tot de rode LED (1)
permanent brandt.
• Druk kort op de gewenste brontoets (3)
(TV, VCR, DVD, SAT).
! Bij de toestelgroepen (AUX, AMP, DVB-T, CBL)
moet eerst de modus-toets (2) ingedrukt worden.
• Druk kort op de toets Setup (4). De rode LED
(1) gaat even uit op het moment dat u de toets
indrukt.
• Om het eerste getal te achterhalen, drukt u na
elkaar op de cijfertoetsen (8) 0 tot 9.
• Als de rode LED (1) even uitgaat, komt de
ingedrukte toets overeen met het eerste
opgeslagen getal.
Om het tweede getal te achterhalen, drukt u
nogmaals op de cijfertoetsen (8) 0 tot 9 tot de
rode LED (1) uitgaat.
• Herhaal de procedure voor het derde en vierde
getal.
• De rode LED (1) gaat uit zodra de toets voor het
vierde getal ingedrukt is.
• De code-identifi catie is nu voltooid.
Normaal gebruik
Na het programmeren van de
afstandsbediening voor uw audio/video-
apparatuur, kan de afstandsbediening voor
dezelfde gebruikelijke hoofdfuncties als
de originele afstandsbediening van het
betreffende toestel gebruikt worden. Richt de
afstandsbediening op het gewenste toestel
en druk de betreffende brontoets in. De rode
LED (1) gaat kort branden, maar blijft niet aan.
U activeert de functies vervolgens door de
betreffende functietoets van uw universele
afstandsbediening in te drukken. Bij elke
druk op de toets gaat de rode LED (1) even
branden.
Soms kan niet elke functie van uw originele
afstandsbediening op de universele
afstandsbediening direct gebruikt worden.
Vooral bij nieuwere toestellen kan het
zijn dat de functies onder andere toetsen
dan verwacht liggen of helemaal niet
beschikbaar zijn.